Monthly Archives: oktober 2020

FC Brugge en het borstbeeld van Albert Dyserynck (1932)

Al van bij de stichting van de voetbalclub FC Brugge in 1891 genoot deze vereniging de sympathie van de Brugse vrijmetselaarsloge La Flandre (opgericht 4.6.1881).

In 1900 was de advocaat Raymond Seresia (1851-1903), stichtend lid van La Flandre in 1881, één van de beschermende leden. Iemand als Fernand Hanssens (1882-1962), aannemer van openbare werken, lid van La Flandre sinds 1919, werd ook secretaris en voorzitter van FC Brugge en telde 63 jaar lidmaatschap. Zijn schoonbroer Prosper De Cloedt (1878-1955), ook een ondernemer, was mecenas van de loge La Flandre (Beenhouwersstraat 2, Brugge) maar evenzeer van FC Brugge. In 1924 werd hij de eerste secretaris en stichtend lid van de vzw La Flandre.

Een zeer geliefde voorzitter was Albert Dyserynck (Oostende 1872-Sijsele 1931), algemeen agent van de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek in Brugge. Hij was bestuurslid van FC Brugge sinds 1913 en werd eind 1918 voorzitter. In 1919-1920 speelde Brugge kampioen en dat straalde natuurlijk ook op hem af. Zondag 21 maart 1920 was voor F.C. Brugge een onvergetelijk hoogtepunt. De laatste competitiewedstrijd tegen Racing Mechelen werd gewonnen en zo hield men Union van een nieuwe titel af. Dat was dit jaar precies 80 jaar geleden. Na het behalen van de landstitel verhuisde FC Brugge naar de “Klokke” waar voorzitter Dyserynck het complex in eigendom aan de vereniging had geschonken.

Dyserynck werd bij La Flandre ingewijd op 19 juni 1923. Hij bleef voorzitter van FC Brugge tot aan zijn tragisch overlijden op 9 februari 1931. Op die dag slipte, door ijzel op de weg, zijn auto (een Minerva, bestuurd door zijn chauffeur) in Sijsele -Donk (op de grens van West -en Oost-Vlaanderen) en vond hij de dood toen de auto tot stilstand kwam tegen een boom. Zijn chauffeur werd zwaar gewond. Op 12 februari 1931 vond de burgerlijke begrafenis plaats; in de indrukwekkende rouwstoet werden 101 rouwkransen meegedragen.

101 rouwkransen op de burgerlijke begrafenis van Albert Dyserynck. 
(Foto A. Bruselle, Stadsarchief Brugge)
101 rouwkransen op de burgerlijke begrafenis van Albert Dyserynck.
(Foto A. Bruselle, Stadsarchief Brugge)

Op de algemene begraafplaats op Steenbrugge werd de enige grafrede gehouden door Edouard Everaerts (1865-1944), een broeder van La Flandre maar ook de eerste voorzittend meester van de vrijmetselaarsloge Aurore (Droit Humain, Brugge) in 1930-1932.  

Burgerlijke begrafenis van Albert Dyserynck op 12 februari 1931.
(Foto A. Bruselle, Stadsarchief Brugge)  

Vanaf 15 september 1931 sprak men niet meer over de “Klokke” maar werd het omgedoopt tot “Dyserynck Stadion” en dat tot in 1975.

Om de betreurde voorzitter te eren werd op 14 februari 1932 aan de hoofdingang een borstbeeld onthuld van de hand van de beeldhouwer Octave Rotsaert (1885-1964).

Inhuldiging van het monument Albert Dyserynck (1872-1931) .
aan de binnenzijde van het voetbalstadion van FC Brugge. 14 februari 1932.
(Foto A. Bruselle, Stadsarchief Brugge)  

Het werk van Rotsaert kennen we o.m. van de twee bizons op de Canadabrug (Bevrijdingsbrug, Brugge) en het ruiterstandbeeld van Koning Albert I in het Koning Albertpark van Brugge.

De maquette van het borstbeeld van Albert Dyserynck (1872-1931) .
(Foto A. Bruselle, Stadsarchief Brugge)  

Om het monument Dyserynck te kunnen realiseren werd er een erecomité opgericht met als voorzitter Paul Noë (1876-1953), erelid van FC Brugge en lid van La Flandre. Ondervoorzitter van dat comité was notaris Raphaël Rodenbach (1861-1951). Rodenbach was 30 jaar toen hij lid werd bij La Flandre, bleef 60 jaar actief (was o.m. voorzittend meester in 1925-1927) en overleed op de leeftijd van 90 jaar. Hij was weduwnaar en het huwelijk Rodenbach-De Bloom bleef kinderloos. Ingevolge een eigenhandig geschreven testament van 28 januari 1949 legateerde hij een bedrag aan de “Vrienden van de Schamele Arme”, aan de loge La Flandre en aan FC Brugge. Zowel La Flandre als FC Brugge steunden “De Schamele Arme” (Les Amis du Pauvre Honteux), een goed doel dat op discrete wijze financiële steun verleende aan noodlijdenden. Het comité ter oprichting van het borstbeeld was een uitgebreid en representatief comité dat over alle partijgrenzen heen naar resultaat streefde samen met het Uitvoerend Comité waarvan Fernand Hanssens de voorzitter was.

Uit bovenstaande blijkt wel duidelijk de toenmalige innige band tussen de loge La Flandre en FC Brugge.

Willy DEZUTTER  

Litt. Dries Vanysacker, Van FC Brugge tot Club Brugge KV (1891-2010), Brugge, 2010 en Willy Dezutter, Raphaël Rodenbach (1861-1951), achtbare meester van de Brugse vrijmetselaarsloge La Flandre, in: Brugs Ommeland, 2016, 3, pp. 147-159.