Monthly Archives: januari 2018

Gods mysterie in Sutherland Springs

In Knack (2018, 2) schreef kerkjurist en mediafiguur Rik Torfs een essay over “Zijn religies sterker dan ideologieën ?”  Hij heeft het daarin over de stille kracht van godsdiensten.  Hij stelt god buiten de logica en roemt de ruimte die religie laat voor het mysterie.

Waar hij aan voorbij gaat is het Gods mysterie van Sutherland Springs.  Op 5 november 2017 schoot de ex-militair Devin Kelley 26 kerkgangers dood in de “First Baptist Church” van Sutherland Springs in Texas.  Die kerkbezoekers werden lukraak doodgeschoten.  Natuurlijk was de dader zwaar gestoord.  Voor de overlevenden gaat alles gewoon verder.  Het kerkgebouwtje stroomt vol met dorpelingen en dominee Frank Pomeroy plaatst alles in zijn juiste perspectief: het behoort bij het lijden van christenen, er zijn immers al vele christenen geweest die gestorven zijn voor het geloof.  De journalist Michael Persson tekende de reacties op van de nabestaanden (Zeno/De Morgen, 30.12.2017) die het doodleuk beschouwden als een gevecht van God met Satan.  Het lichaam van Christus werd aangevallen maar dat zorgde voor een revival onder christenen.  Satan fungeerde als katalysator voor god en daarmee heeft deze tragedie ook een goede kant.  Een overlevende worstelt dan weer met grote schuldgevoelens want hij weet niet welke bedoeling god met hem heeft.  Voor de gestorven kinderen valt het uiteindelijk ook wel mee.  Die hebben wellicht even pijn geleden maar de beloning is groot want ze zijn nu immers in de hemel.  Ik zou zeggen: groot en klein, waar wachten wij nog op ?  Alles wordt toegeschreven aan de goddelijke voorzienigheid: de één moest sterven, de ander overleefde. Wanneer god iemand laat sterven, heeft hij daar een bedoeling mee.  Dat is gods mysterie. Uiteindelijk kon iemand de dader neerschieten.  Die was dan weer een werktuig in gods handen.  Zelf zegt hij daarover: “Kennelijk vond God het genoeg. God kan het kwaad niet tegenhouden maar hij kan ingrijpen. Hij had overlevenden nodig om het verhaal te vertellen”.

Het gaat hier natuurlijk over de god van de evangelische kerk in Amerika die ook wel eens iemand durft te genezen tijdens een healing.  De extatische dominee is dan de bemiddelaar en Jezus doet het echte werk.  De god van de katholieken is de jongste decennia heel wat bedaarder geworden.  Zelfs de wonderen uit het Nieuwe Testament worden door katholieke theologen niet meer als dusdanig erkend.  Er genezen nu nog altijd in bepaalde bedevaartsoorden personen van een psychosomatische ziekte maar verloren ledematen groeien niet terug aan.

Rik Torfs wenst graag het mystieke te benadrukken gevolgd door zijn typisch monkellachje.  Hij hanteert in godsdienstzaken graag de ironie.  Hij weet wel waarom; als “Bekende Vlaming” kan hij het zich niet permitteren om als idioot beschouwd te worden.  Hij spiegelt daardoor de mensen iets voor dat onbereikbaar is voor iedereen die niet over de voor hem noodzakelijk geachte genade beschikt.  Bestrijd de irrationaliteit en voorkom daarmee godsdienstwaanzin.  Dat is beter voor de geestelijke hygiëne en voorkomt jihadistische aanslagen bij diegenen die god gelijkstellen aan Allah . Ook die gaan rechtstreeks naar het paradijs.

Willy Dezutter

Gephenikeerd water

In het tijdschrift Brugs Ommeland, 2017, 3, in het artikel over de cholera-epidemie in Brugge, merkt de auteur K. Rotsaert op (p. 143) dat er in 1866 ter ontsmetting voor het eerst “gephenikeerd water” werd gebruikt.  De naam van dit ontsmettingsmiddel wordt niet verklaard.  Het bijvoeglijk naamwoord “gephenikeerd” komt van het Frans “eau phéniquée” en betekent dat het water het chemische product fenol (fr. phénol) bevatte.  Dit desinfecterend middel staat ook bekent als carbolzuur.  Het is een aromatische alcohol.  Cholera is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door een bacterie die zich vooral in besmet water bevindt.  De epidemie van 1866 maakte in België 43.000 slachtoffers.

Willy Dezutter

Dokter Gustave Dryepondt (Brugge, 1866 – Etterbeek, 1932)

In Brugge kennen we hem door de bronzen gedenkplaat aan de apotheek Dryepondt (nu S. Baert) in de Wollestraat 7  (Brugs Ommeland, 2017,4, p. 245-247).

Hij was een Congo-pionier met heel wat verdiensten voor de tropische geneeskunde.  Geboren in Brugge op 3 februari1866, overleed hij onverwacht in Etterbeek op 3 januari 1932.  Hij werd begraven in Elsene waar zijn opvallend grafmonument nog altijd bestaat.  De grafplaat rust op zes grote zuilen.  Wel werd in Etterbeek in 1937 een “Rue Docteur Dryepondt” naar hem genoemd.

In de “Biographie Coloniale Belge” worden natuurlijk alleen maar positieve berichten opgenomen maar wie het hoofdstuk “Congo onder Leopold II 1885-1908” van David Van Reybrouck heeft gelezen (Congo. Een geschiedenis, Amsterdam, 2010) is meteen op z’n hoede, temeer omdat legerarts G. Dryepondt inscheepte naar Congo in 1890.  Leopold II had niet genoeg aan Congo en wilde ook nog de Lado-enclave in het huidige Zuid-Soedan.  Onder leiding van de beruchte Guillaume Van Kerckhoven (1853-1892) werd in 1891 een veroveringspoging ondernomen die echter mislukte.  De expeditie bestond uit veertien Europese militairen en twee dokters, Jean Van Campenhout (1865-1956) en Gustave Dryepondt die het bevel voerden over vijfhonderd zwarte soldaten.  Ze lieten een spoor van vernieling achter (Maarten Couttenier, Congo tentoongesteld. Een geschiedenis van de Belgische antropologie en het Museum van Tervuren (1882-1925), Leuven-Voorburg, 2005, p. 107).

Gustave Dryepondt was legerarts van 1890 tot 1924. Zonder twijfel was hij van groot belang voor de studie van de tropische ziekten en de gezondheidszorg in “onze” Congo maar anderzijds liet hij zich ook meeslepen door de terreur van de opgelegde beschaving.  Er is sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw veel kritiek op het regime van Leopold II in zijn Congo-Vrijstaat.  We denken hierbij o.m. aan het monument ter ere van luitenant Lippens en sergeant De Bruyne op de Zeedijk in Blankenberge. Op dat standbeeld (opgericht in 1900) staat te lezen dat ze sneuvelden voor onze beschaving.  De Afrikaanse vrouw op de trappen van het originele beeld werd pas in de jaren ’30 toegevoegd.  Het wordt tijd dat België eindelijk het debat aangaat over de uitbuiting tijdens die imperialistische periode. Men kan moeilijk een excuus verzinnen om dat uit te stellen want het is evident dat wijzelf en onze kinderen en kleinkinderen niet verantwoordelijk zijn voor de daden van toen.  Begin er dus aan.  Dat hoeft niet gepaard te gaan met een beeldenstorm.  Het volstaat om enkele monumenten uit de publieke ruimte onder te brengen in musea en andere in situ te laten maar voorzien van een tekstbordje dat komaf maakt met de geschiedvervalsing.  Ook de straatnamencommissie moet aan de slag.  Een beetje zoals met de Cyriel Verschaevestraat (collaborateur W.O.II) in Lanaken die in 2017 omgedoopt werd in Anne Frankstraat.

Willy Dezutter