Monthly Archives: oktober 2023

De invoering van de burgerlijke stand in de Zuidelijke Nederlanden en in de Noordelijke Nederlanden

In het tijdschrift Biekorf (1), aflevering 4, 2022, lezen we op p. 494 de volgende zin: Napoleon heeft de burgerlijke stand opgericht en alle burgers verplicht om zich te laten registreren. Dat is wat kort door de bocht.

Met het Eeuwig Edict van 1611, uitgevaardigd door de aartshertogen Albrecht en Isabella, werd de eerste aanzet gegeven tot een algemeen wetboek in de Zuidelijke Nederlanden. In dit Eeuwig Edict (3) wordt ook vastgelegd dat doopsels, huwelijken en begrafenissen in de Zuidelijke Nederlanden verplicht moeten geregistreerd worden. Dat gebeurde door de R.K. Kerk in de parochieregisters. Dat was al eerder bepaald op het concilie van Trente (1545-1563) en werd vanaf omstreeks 1600 algemeen toegepast. De parochieregisters van Brugge zijn tegenwoordig digitaal raadpleegbaar op archiefbankbrugge.be (4).

Tijdens de Franse Revolutie (1789-1799) was er een politieke omwenteling waarbij in Frankrijk de absolute monarchie werd afgeschaft en de macht van adel en geestelijkheid werden teruggedrongen. Napoleon Bonaparte (1769-1821) pleegde in 1799 een staatsgreep en installeerde zichzelf als eerste consul; in 1804 liet hij zich tot keizer van Frankrijk uitroepen. Maar nog tijdens de Franse Revolutie werd met de Franse wet van 20 september 1792 de burgerlijke stand tot stand gebracht. Die wet zorgde er voor dat de gemeentebesturen de taken overnamen van de parochies. De ambtenaar van de burgerlijke stand nam het over van de parochiepriester inzake de registratie van geboortes, huwelijken en overlijdens. Die secularisatie was zonder meer revolutionair te noemen. In Engeland zou de burgerlijke stand pas ontstaan in 1837.

De wet uit 1792 tastte de godsdienstbeleving niet aan, de dooppraktijk werd immers niet afgeschaft en het bleef de Joden toegestaan om de besnijdenis uit te voeren. Die overgang verliep trouwens nergens vlekkeloos. Het is niet omdat een wet kracht van uitvoering krijgt dat het ook direct in praktijk kan gebracht worden. Een evaluatie uit 1820 bracht aan het licht dat zo’n proces meer dan dertig jaar in beslag kon nemen (5). Pas op het einde van het keizerrijk begon het min of meer routine te worden maar met grote verschillen tussen de steden en het platteland.

Op 1 oktober 1795 werden de Oostenrijkse Nederlanden, het prinsbisdom Luik, Maastricht en de omgeving van het Pruisische Kleef officieel als départements belgiques (Belgische departementen) door de Franse Republiek geannexeerd. Het gebied wordt in negen Franse departementen verdeeld. De Franse tijd in België wordt eigenlijk al gemarkeerd door de Slag bij Fleurus op 26 juni 1794 toen de Fransen de Oostenrijkers dwongen om de Zuidelijke Nederlanden te verlaten. Bij decreet van 17 juni 1796 werd ook in de Belgische departementen de burgerlijke stand ingevoerd.

Dat gold dus ook voor Zeeuws-Vlaanderen en in enkele delen van Nederlands Limburg. Van 1795 tot 1814 was het huidige Zeeuws-Vlaanderen (voorheen Staats-Vlaanderen) een onderdeel van Frankrijk. Het maakte deel uit van het Scheldedepartement (Département de l’Escaut, met hoofdstad Gent). Brugge werd de hoofdstad van het Departement van de Leie (Département de la Lys).

De noordelijke departementen tijdens het Franse Keizerrijk in 1811. Commons.wikimedia.org.

Op 20 juli 1814 werd Zeeuws-Vlaanderen officieel bij de provincie Zeeland gevoegd (6). Op 1 augustus 1814 wordt Willem I de nieuwe koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (de bufferstaat Nederland, België en Luxemburg), hoewel de echte Nederlandse tijd in België pas begint op 21 september 1815. Dat wil zeggen nadat Napoleon definitief verslagen werd op 18 juni 1815 in de Slag bij Waterloo. Na een revolutionaire opstand maakte België zich op 4 oktober 1830 onafhankelijk van Nederland en ontstond het Voorlopig Bewind. Op 4 juni 1831 werd Leopold van Saksen-Coburg tot koning der Belgen gekozen.

In Nederland was er van 1795-1806 de Bataafse Republiek en in 1806 ontstond het Koninkrijk Holland met Louis Bonaparte (Koning Lodewijk), de broer van Napoleon, als koning. Lodewijk trad zelf af in 1810 en heel het Koninkrijk Holland werd geannexeerd door het Eerste Franse Keizerrijk. Pas vanaf 1 januari 1811 werd de burgerlijke stand ingevoerd in Nederland. De feitelijke invoering verschilt van plaats tot plaats.

Vlissingen

In Vlissingen (Walcheren) werd de burgerlijke stand al ingevoerd op 1 april 1808. Bij het “Verdrag van den Haag” in 1795 werd beslist dat Frankrijk een garnizoen militairen in Vlissingen mocht stationeren. In 1807 werd Vlissingen al ingelijfd bij het Franse keizerrijk van Napoleon Bonaparte. Dat was te danken aan haar strategische ligging ten opzichte van erfvijand Engeland. Vlissingen had een aparte status. Pas op 15 mei 1810 werd Zeeland een afzonderlijk departement: het Département des Bouches de l’Escaut (het departement van de Monden van de Schelde).

Code civil, burgerlijke stand en achternamen

Door een arrest van het Directoire van 16 frimaire van het jaar V (6 december 1796) werd België onderworpen aan de Franse wetten. Op 21 maart 1804 werd de Code Civil of Burgerlijk Wetboek afgekondigd. In 1807 werd de titel veranderd in Code Napoléon. Deze Code Napoléon was een codificatie van het privaatrecht die ook buiten Frankrijk van grote invloed bleef. Er ontstond rechtseenheid en er kwamen belangrijke wijzigingen in de burgerlijke staat. Onder meer het huwelijk werd onttrokken aan het kerkelijk recht.

De Code Civil werd al in 1804 in zijn oorspronkelijke vorm van kracht in Brussel (7). Gelijktijdig verscheen er ook een Nederlandse vertaling. Gedurende heel de Franse tijd maar ook de periode van het Verenigd Koninkrijk bleef die versie van kracht ondanks alle commissiewerk van koning Willem I om tot een vernieuwde en aangepaste uitgave te komen (8). De Franse Code Civil werd in Nederland van kracht op 1 mei 1809. Het nieuwe Nederlandse Burgerlijk Wetboek zag het licht op 1 oktober 1838 (9).

De invoering van de burgerlijke stand in Frankrijk, België, Nederland en in andere veroverde gebieden, had in feite een tweeledig doel: het makkelijker maken van de belastingheffing en de oproeping voor de dienstplicht (de conscriptie). Na de val van Napoleon heeft dan ook niemand de burgerlijke stand weer afgeschaft !

In Nederland stelde zich nog een ander probleem. In tegenstelling tot Vlaanderen beschikten heel wat inwoners nog niet over een vaste achternaam en gebruikten nog altijd een vadersnaam (de patroniemen). Napoleon zag zich dus genoodzaakt om voor Nederland een apart decreet af te kondigen. Met dit decreet van 18 augustus 1811 werd iedereen die nog geen familienaam had verplicht om een vaste achternaam te kiezen. Niet iedereen was gehaast om dat te doen en daarom kwam er een nieuw decreet op 17 mei 1813 waarin werd bepaald dat men nog de tijd kreeg tot 1 januari 1814 om aan die eis te voldoen (10).  

De Franse tijd eindigde in Noord-Nederland toen Napoleon  op 16-19 oktober 1813 bij Leipzig werd verslagen. In november verjoegen geallieerde troepen (een coalitieleger van Rusland, Pruisen, Oostenrijk en Zweden) de Fransen uit Nederland. Op 21 juni 1814 besloten de geallieerde overwinnaars tot het samengaan van de Zuidelijke met de Noordelijke Nederlanden onder Willem I die trouwens op 30 november 1813 al teruggekeerd was vanuit Engeland. Het aandringen van de Fransen om een achternaam te kiezen werd opeens voor veel Nederlanders niet meer dringend. Er zijn er die menen dat dit een stille verzetsdaad was tegen Napoleon maar wij menen te weten dat, zelfs nu nog, veel Nederlanders niet zoveel op hebben met overheidsregistratie (11).

Onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was die zaak nog altijd niet geregeld. Koning Willem I zag zich genoodzaakt om op 8 november 1825 een Koninklijk Besluit uit te vaardigen waarin nogmaals werd aangedrongen op het laten vastleggen van een achternaam. Men kreeg daarvoor nog zes maanden de tijd. In Nederland gebeurde de invoering van de burgerlijke stand in 1811 door toedoen van Napoleon maar in de Zuidelijke Nederlanden (vanaf 1830 Koninkrijk België) werd de aanzet al gegeven met het decreet van 1796 (12).

Willy Dezutter

Dit artikel verscheen in Tijd/Schrift, Bulletin van de Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaanderen, 2023, 3, p. 8-12.

Noten

1 Biekorf. West-Vlaams Archief voor geschiedenis, archeologie, taal- en volkskunde, 122, (2022), 4, p.494.

2 G. Martyn, Het  Eeuwig Edict van 12 juli 1611: zijn genese en zijn rol in de verschriftelijking van het privaatrecht. Algemeen Rijksarchief, Brussel, 2000. Dit Edict had minder invloed in de Noordelijke Nederlanden dan in de Zuidelijke Nederlanden omdat het Noorden zo goed als onafhankelijk was.

3 Eeuwig in de betekenis van zeer belangrijk.

4 Het Stadsarchief van Brugge zorgt voor een enorm aanbod aan online informatie. De ontsluiting o.l.v. hoofdarchivaris Jan D’hondt is fenomenaal te noemen.

5 Gérard Noiriel, L’ identification des citoyens. Naissance de l’état civil républicain, in: Genèses. Sciences sociales et histoire, 13, (1993), p.3 -28, p. 8. In Corsica (Frans eiland) werd dertig jaar na de afkondiging de wet nog altijd niet correct toegepast (G.Noiriel, p. 9). In twee derde van de gemeenten beschikte men over geen registers van de burgerlijke stand !

6 André Bauwens en Hans Krabbendam (red.), Scharnierend Gewest. 200 jaar Zeeuws-Vlaanderen 1814-2014. Bijdragen tot de geschiedenis van West-Zeeuws-Vlaanderen, 42, (2014).

7 Code Civil, édition parfaitement conforme à l’édition originale, Bruxelles, chez Huyghe, 950 p.

8 Daniel Polverelli, Le rayonnement des institutions napoléoniennes à travers le monde. Parijs, 2022, p.32.

9 Daniel Polverelli, Le rayonnement des institutions napoléoniennes , p.59.

10 R.F. Vulsma, Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister. Centraal Bureau voor Genealogie (Den Haag, 1988), p. 10 en lemma Burgerlijke stand op nl.wikipedia.org

11 Denk aan het persoonsbewijs voor de Nederlandse Joden, het beste voor heel Europa, ontwikkeld door de Nederlandse ambtenaar Jacobus Lambertus Lentz. Het werd duizenden fataal tijdens de Tweede Wereldoorlog. Herinvoering van de identificatieplicht lag in Nederland daardoor lang moeilijk. De algemene identificatieplicht is er nu van kracht sinds 1 januari 2015.

12 Vanaf 1 januari 1850 wordt in Nederland de bevolkingsregistratie (bevolkingsregister) doorlopend bijgehouden. In België officieel vanaf 1 januari 1847.