Tag Archives: Galeria Nazionale D’Arte Moderna e Comtemporanea Rome

Lijst en schilderij: een eenheid

Zeldzaam zijn de schilderijen die nog gevat zitten in de lijsten die oorspronkelijk voor hen zijn gemaakt. De kennis in verband met de schilderijenlijsten is schaars. De publicaties, verschenen over dit onderwerp, hebben meestal de aard van een fotoalbum, terwijl museumcatalogussen, jaarboeken en tijdschriften, de illustraties van de schilderijen weergeven zonder hun lijst (1).

De zienswijze dat schilderij en schilderijenlijst een eenheid vormen lijkt in deze tijd helemaal verdwenen. Nochtans is een schilderij per definitie een ingelijst schilderstuk, een eenheid en niet twee afzonderlijke delen uit verschillende vakgebieden: de schilderkunst en de toegepaste kunst die zorgt voor de esthetische vormgeving.

De juiste lijst begrenst perfect de compositie en presenteert het buitengewone, het geniale ervan. Buiten de lijst is er de realiteit, binnen de lijst de fantasie, de droom. Onze ogen worden door de vorm en de kleur van de lijst begeleid naar de essentie: het schilderij. Die begrenzing en presentatie kenden de Romeinen reeds bij de decoratie met muurschilderingen in hun woningen. Om de aandacht te vestigen op de taferelen begrensden de kunstenaars deze met telkens aan de schilderstukken aangepaste omkaderingen.

Fictieve omlijstingen, “basamento” genoemd. Fresco’s uit de Villa Livia, woning van de gemalin van keizer Augustus. Datering: 30 v.o.t. Museo Nazionale Romano, Rome. Foto Francine Huys.

In de vroege middeleeuwen in Vlaanderen waren de schilderijen in koffers verwerkt om te kunnen meenemen naar de vele veldslagen en bij het vluchten snel te kunnen verstoppen. De afbeeldingen op deze koffers waren van religieuze aard en dienden ter bescherming van het leger op het slagveld. Deze schilderijen en hun kofferlijsten vormden een vanzelfsprekende eenheid.

De lijsten van laat-middeleeuwse altaarstukken en die van de Italiaanse renaissance, zoals de tondo’s, de ronde lijsten, zijn uitvoerig bestudeerd. De panelen werden vervaardigd te samen met hun lijst, ingewerkt in de omlijsting en tegelijkertijd opgewerkt. Ook hier is de eenheid vanzelfsprekend, al zijn beschadigde lijsten soms vervangen geworden door nieuwe, waar het schilderij niet meer ingewerkt was (2).

Een niet passende lijst is rampzalig. Een Vlaamse Primitief in een neo-gotische lijst, of slechter nog, in een 20ste eeuwse machinaal vervaardigde omlijsting, kan overkomen als een kopie of als een werk van de hand van een 19de eeuwse navolger. Zo hebben kenners fortuinen vergaard, vooral bij aankoop via een veiling. Na het verwijderen van de verkeerde lijst bleek het werk een authentieke Vlaamse Primitief te zijn. Omdat een schilderij niet juist aangekleed is hechten onze ogen er geen waarde aan. Een verkeerde lijst is dus zeer misleidend.

In de 17de en 18de eeuw waren de lijsten ontworpen en gemaakt met het type ornamenten in proportie met het schilderij en bedoeld om te harmoniseren met de details en de compositie van het onderwerp. De lijst hield als het ware een spiegel voor. Handgesneden en vergulde lijsten waren een werk van lange adem en ze zijn het nog. Dat geldt ook voor de restauratie ervan. Over het algemeen was de prijs ongeveer 15% tot 80% van wat het schilderij kostte, zeer dikwijls meer dan de helft en soms was de lijst hoger in prijs dan het schilderij (3). In ieder geval wordt een schilderij door zijn bijzonder rijkelijk uitgewerkte lijst opgewaardeerd. De visuele impact bij zo’n duo is enorm. Zonder zijn lijst is het werk niet meer van betekenis. Soms werd de gouden gesculpteerde lijst aan de achterzijde gesigneerd. Terecht, het waren en zijn grote kunstwerken. Niet alleen de ontwerper verdient alle lof maar ook de houtbewerkers, houtsnijders, meester-sculpteerders (beeldhouwers), gesso-bewerkers, doreerders (specialisten aanbrengers bladgoud) en na verloop van tijd de restaurateurs. Er waren meer dan vier personen nodig voor de uitvoering van een ontwerp van een lijst. En dan had de kunstschilder al kunnen kiezen tussen een aantal verschillende suggesties van de ontwerper.

Het portret van Hendrik Stuart (1640-1660)

Naar Jan Boeckhorst (1604-1668), Portret van Hendrik Stuart, hertog van Gloucester (1640-1660), Groeningemuseum, Brugge. Met het bedrag van de doodschuld liet de schuttersgilde van Sint-Joris in Brugge, waar Hendrik Stuart lid was, dit portret en zijn lijst maken. Deze originele omlijsting van 205 x 162 cm groot werd gerestaureerd door Paul Van den Bussche (1951-2019) en mezelf in 1981. De lijst was volledig overgeschilderd met zwarte verf. Wij hebben de oorspronkelijke polychromie blootgelegd waardoor o.a. het jaartal tevoorschijn kwam: 1662. Foto LUKAS-Art in Flanders.

Het portret van Hendrik Stuart (1640-1660) toont ons dat het werk niet kan bestaan zonder zijn rijkelijk gesculpteerde lijst, ook al niet door de speciale vorm bovenaan: de uitbreiding van de bovenregel (4).

Alle lijsten dienen hetzelfde doel: ze beklemtonen de belangrijkheid van het schilderij. Bij een portret wordt luister aan de lijst toegevoegd om de status van de geportretteerde te onderstrepen. De versieringen hebben te maken met de leefwereld en het aanzien. De vaardigheid waarmee het sculpteerwerk is gemaakt is veelal fenomenaal. Het aanbrengen van bladgoud en bladzilver, in verschillende tonen naargelang de ondergrond, mat en blinkend, het heeft allemaal zijn betekenis en functie. In het flikkerend licht van de kaarsen in de 17de en 18de eeuw kwamen de lijsten en daarmee de schilderijen tot leven. Het doel van de kunstenaar werd hiermee bereikt: de taferelen leken echt, ze bewogen; de portretten volgden levendig de kijker.

Gebeeldhouwde lijsten

Gesculpteerde lijsten waren altijd al duur en werden onbetaalbaar in de 19de eeuw. De schilderdoeken waren soms ook zeer groot van omvang en een te zware lijst was moeilijk te manipuleren. Dan kregen de plaasteren moulurelijsten hun plaats in de geschiedenis van de kunstnijverheid. Antiekhandelaars van nu ontdoen zich vaak van broze en zware 19de eeuwse plaasteren moulurelijsten, oorspronkelijk vervaardigd voor de schilderijen die ze presenteren. Dan verdwijnen deze lijsten in vochtige opslagplaatsen waar de moulures langzaam maar zeker vergaan. Originele lijsten worden opgeofferd om de schilderijen te laten passen in het moderne interieur van een klant, al is de oorspronkelijke bedoeling van de kunstenaar hierbij vernietigd. Realiseer u dat het vervangen van de eigen omlijsting voor een werk een spijtige zaak is. Kunsthandelaars hebben zo hun eigen redenen zoals het gewicht en de broosheid van plaasteren moulurelijsten. Op deze manier wordt er gemakshalve en soms omwille van financiële motieven afbraak gepleegd aan de materiële integriteit van het werk en aan geschiedvervalsing gedaan. Ook musea hebben moeite met lijsten. Als voorbeeld nemen we een heel beroemd schilderij van Rembrandt van Rijn.

De Nachtwacht

De Nachtwacht (1642, 363×437 cm), schuttersstuk , oorspronkelijk vervaardigd om in de lambrisering ingewerkt te worden in de Grote Burgerzaal , Kloveniersdoelen, Amsterdam. Het schilderij had dus oorspronkelijk geen lijst.

Gravure van de oorspronkelijke bestemming van Rembrandts Nachtwacht: de grote Burgerzaal in de Kloveniersdoelen te Amsterdam, 1748. 

Vanaf 1715 tot 1808 was het schilderij in het stadhuis van Amsterdam opgehangen. Er zijn geen afbeeldingen van en de eerste omlijstingen zijn onbekend. Vanaf 1817 hing het doek in een soort tabernakelomlijsting in het Trippenhuis in Amsterdam.

Schilderij van August Jernberg (1826-1896, Deftig bezoek bij De Nachtwacht, 1874.
Vanaf 1817 hing het doek in deze tabernakel-omlijsting in het Trippenhuis, Amsterdam. 

In 1898 bij de inwijding van het Rijksmuseum in Amsterdam kreeg De Nachtwacht een brede, gladde lijst, de Wilhelmina-lijst genoemd. Daarna heeft architect P. Cuypers (1827-1921) een nieuwe laten maken met versieringen.

Een foto uit 1940 toont De Nachtwacht in de lijst die architect P. Cuypers had laten maken. 

In de Tweede Wereldoorlog is De Nachtwacht in opgerolde vorm verstopt geworden. Na de oorlog kreeg Rembrandts Nachtwacht een kolossaal brede lijst van 45 cm.

In 1959 krijgt het werk een nieuwe kolossale lijst van maar liefst 45 cm breed. De verhouding van de afmetingen van de lijst en die van het schilderij was niet in proportie. Het werk toonde daardoor veel kleiner in omvang en kreeg de allure van een kabinetstuk, wat niet de bedoeling van Rembrandt was. Hij had een schutterstuk gemaakt. 

De huidige omlijsting gaat terug in de tijd met een 17de eeuws profiel en een aanneembare breedte, 19 cm, veel smaller dan de vorige. Deze lijst laat het werk spreken en is bovendien door zijn gering gewicht gemakkelijker te manipuleren bij de ophanging (5).

Nieuwe omlijsting uit 1976 na de restauratie van de Nachtwacht toen het werk beschadigd was door een gestoorde bezoeker. Er werd gekozen voor een smalle, bruine lijst van 19 cm breed met een 17de eeuws profiel. 

Een replica op ware grootte van de Nachtwacht werd door het Rijksmuseum naar dertig verpleeghuizen en seniorencomplexen in Nederland gebracht. Merk op hoezeer de bombastische lijst rond deze replica het werk verkracht. Het toont klein, al is het van enorme omvang en de lijst spreekt enkel voor zichzelf.

Een replica op ware grootte met een zeer ongepaste omlijsting, hier in het Zonnehuis te Amstelveen.

Het kiezen van de gepaste lijst is complexer dan men zou denken. De functie van de buitenafmetingen en contouren van de omlijsting is de presentatie, de manier waarop we het kunstwerk zien. De onzichtbare diagonalen vanuit de hoeken leiden onze ogen naar de compositie van de kunstenaar. Het model van de lijst bepaalt hierbij de manier waarop het werk zich openbaart. 

Verschillende lijsttypes

Een holle lijst leidt ons oog binnenin het schilderij en versterkt het perspectief ervan.

Dit is een voorbeeld van een holle lijst. Je voelt hoe het perspectief  wordt versterkt . Silvestro Lega (1826-1895), La Visita, 1868, Rome, Galleria Nazionale D’Arte Moderna e Contemporanea. 
 

Een bolle lijst projecteert dan weer het werk naar ons toe, brengt het naar voor. In Vlaanderen noemen we zo’n lijst een renversé, een omgekeerde ojieflijst, terugwijkend van constructie.

Dit is een voorbeeld van een bolle lijst. De lijst brengt het werk naar de kijker toe. Joan Miro (1893-1983), Rome, Galleria Nazionale D’Arte Moderna e Contemporanea. 

In een baklijst wordt het schilderij gepresenteerd als in een nis.

In een baklijst ligt het schilderij als het ware verzonken in een nis. Hier tezelfdertijd naar ons toegebracht door een eenvoudig rechtopstaand latwerk dat dienstdoet als mini-renversé en het werk vanuit de nis naar ons toe projecteert. Gino Severini (1883-1966), Dinamismo di forme luce nello spazio, 1912. Rome, Galleria Nazionale D’Arte Moderna e Contemporanea.

Een platte lijst contrasteert dan weer met de diepte in het schilderij en versterkt het perspectief.

Platte, zelf beschilderde lijst van Vincent Van Gogh. Stilleven met kweeperen, citroenen, peren en druiven, 1887, Van Gogh Museum, Amsterdam. Het is de enige originele lijst die bekend is in het œuvre van Van Gogh. Voor Van Gogh vormde deze lijst een eenheid met het schilderij. De lijst maakt deel uit van het totale kleurenpalet van het werk. 

Alle kunstschilders zijn daarin gelijk dat ze hun werk gepresenteerd willen zien. Vincent van Gogh (1853-1890) gebruikte eenvoudige, platte, zelf ontworpen lijsten die hij als passe-partout gebruikte om het effect van zijn doeken te testen. Hij beschilderde de lijsten zelf in een kleur die bij de schilderijen paste. Zo’n model is teruggevonden door het Instituut van Gogh in Auvers-en-Oise en samen met de directie van het Museé d’Orsay in Parijs is men de draagwijdte van het belang van zo’n lijst gaan inzien. Uit deze samenwerking is er een nieuwe presentatie ontstaan van de schilderijen van Vincent van Gogh in het Museé d’Orsay in Parijs (6).

De lijst die Vincent Van Gogh als passe-partout gebruikte: men ziet op de bovenste foto de oude originele, die Van Gogh gebruikt heeft, en op de onderste foto de nieuwe lijst voor “Chaumes de Cordeville à Auvers-sur-Oise” (1890). Hierdoor ontstond een nieuwe presentatie van de werken van Van Gogh in het Musée d’Orsay in Parijs. Op de achtergrond ziet men een zelfportret van Van Gogh nog in een donkergouden renversé-lijst.

De opwaardering van een schilderij door zijn lijst

Een schilderij kan ook opgewaardeerd worden door zijn lijst. Ook dat is misleidend. Zo kan een edele ebbehouten lijst de waarde van een minderwaardig schilderij omhoogtillen en kostbaar doen schijnen. Soo kan een Ebben lijst een slechten doek verrijcken, En doen hem voor wat goeds verkoopen of bekijcken, aldus Constantijn Huygens (1596-1687), staatsman, uitvinder, dichter en kunstkenner (7).

De impressionisten (tweede helft 19de eeuw) hadden het goed gezien. Zo waren de rijkelijk gesculpteerde bladgouden lijsten van de 17de en 18de eeuw in onbruik geraakt en verminderd in prijs maar konden nog altijd een schilderij waardevol laten schijnen. Ze pasten ook wonderwel bij de bedoeling de lichttoetsen te laten accentueren door de flikkering in de nuances van het bladgoud.

Na 1850 ontstond overal in Europa naast het voortzetten van de gedurende de voorgaande driehonderd jaar opeengestapelde stijlen, vormen en ornamenten in de ontwerpen van de lijsten, een tendens naar vernieuwing. Hierbij werden zeer waardevolle lijsten, die op zich grote kunstwerken waren, soms stiefmoederlijk behandeld. Ze gingen niet meer hand in hand met de vernieuwde interieurs. Barok- en rococolijsten werden als bombastisch aanzien, zwaar en overladen. Toch gebruikten kunstenaars zoals Auguste Renoir (1841-1919) oude lijsten opnieuw. Dit is onder meer het geval voor zijn “Baadsters” uit 1887 waarvoor hij een 17de eeuwse lijst gebruikte gesculpteerd met bloemen.  

Auguste Renoir (1841-1919), De baadsters, 1887.
Een baroklijst voor een impressionist. 
Museum of Art , Philadelphia. 

Het perfect samenwonen van een nieuwe meester in een oude lijst: Joan Miro (1893-1983) plaatste het portret van zijn chauffeur Heriberto Casany (uit 1918) in een laat 16de, begin 17de eeuwse cassetta-lijst met uitgebreide hoeken, waar die wonderwel in past.

Joan Miró (1893-1983), Portret van Heriberto Casany ,1918.
Een laat 16de, begin 17de eeuwse lijst voor een portret uit 1918. 
Fort Worth , Texas , Kimbell Art Musum
.

Er bestaan nog altijd van die vanzelfsprekende eenheden die de kunstliefhebber aangenaam verrassen, al behoren ze tot de curiosa.

Salvador Dali (1904-1989),
Koppel met hun hoofd in de wolken,1936
.
Rotterdam , Museum Boijmans Van Beuningen . 

Ook de Belg René Magritte (1898-1967) waagde zich de lijsten te gebruiken als vanzelfsprekend verbonden met de schildering.

Set van vijf lijsten, ontworpen door de kunstenaar als deel van het kunstwerk. René Magritte, L’évidence éternelle, 1930. 
Houston, The Menil Collection. 

Het Museé d’Art Contemporain van Lyon heeft werk van haar. In New York werd haar werk in de bekende “Haunch of Venison” in 2012 uitverkocht. Maak kennis met de wereld van Marlène Mocquet. Ze werkte voor “La Manufacture de Sèvres” met sculpturen in eigenzinnig porselein. Maar toch is ze in de eerste plaats schilderes. Toen ik in het tijdschrift L’OEIL van april 2024 de setting van haar tentoonstelling in Montpellier zag, dacht ik terug aan de decoratie bij de Romeinen, de muurschilderingen, de begrenzing met de omkaderingen, zoals Moquet haar schilderijen in het overvloedig decor naar voor heeft gebracht met lijsten er omheen (8).

Zicht op de expositie: “Marlène Mocquet (geb. 1979), Différent parfois, libre toujours.”
Fondation GGL in Montpellier, 2024 .

Francine Huys 

CV

Francine Huys (geb. Brugge, 1954) was van 1972 tot 2014 verbonden aan het restauratieatelier van de Stedelijke Musea van Brugge (B). Zij schreef in 2023 op de weblog willydezutter.be [online] twee artikels over de schilderijenlijst van “De dood van Maria” van de 15de eeuwse kunstschilder Hugo van der Goes.

1 Casper Van Waesberghe, Van Christus tot David: de aantrekkingskracht van Brugge voor de laatmiddeleeuwse schilder (1495-1518), in: Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis te Brugge, (161), 2024,1, p. 69. Jan Provoost, Laatste Oordeel, 1525. Dit schilderij bevat nochtans haar originele lijst !

2 Francine Huys, Oog in oog met de schilderijenlijst van de “Dood van Maria” van Hugo van der Goes (15de eeuw), deel 1, op de weblog willydezutter.be , geplaatst 1 juni 2023, en Idem, deel 2, op willydezutter.be, geplaatst 1 augustus 2023.

3 P. Mitchell, L. Roberts, Frameworks, form, function and ornament in European portrait frames. Londen, 1996,p. 7.

4 Hans Vlieghe, Stedelijke Musea Brugge, Catalogus schilderijen 17de en 18de eeuw. Brugge, 1994,p. 76-77.

5 martjankuit.nl De lijstengeschiedenis van de Nachtwacht.

6 W. van der Veen, Van Gogh à Orsay, in: tijdschrift L’Œil, oktober 2023, p. 40-42.

7 P.J.J. van Thiel en C.J. de Bruyn Kops, Prijst de Lijst, Rijksmuseum, Amsterdam, 1984, p.21.

8 A. Adamo, Le Monde Intérieur de Marlène Moquet, tijdschrift L’Œil, april 2024,p.54-55.

U kunt uit dit artikel citeren mits bronvermelding met de volgende referentie: Francine Huys, Lijst en schilderij: een eenheid, op willydezutter.be [online], geraadpleegd op….. datum.