Met een record van meer dan vijftig jaar onafgebroken parlementair mandaat stond de liberaal Herman De Croo (° 1937) in de belangstelling. De Croo werd in 1968 voor het eerst verkozen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, was van 1991-1995 in de Senaat en verhuisde in 2014 naar het Vlaamse Parlement. Op 25 april 2018 werd hij gehuldigd voor vijftig jaar ononderbroken parlementair mandaat.
Toen hij gehuldigd werd voor veertig jaar parlementslid sprak hij al de gevleugelde woorden: “Als de kiezer dat wil blijf ik kamerlid tot aan mijn dood. Daarna verhuis ik naar de Senaat”. Op 13 juli 2019 gaf hij ontslag in het Vlaamse Parlement waar hij werd opgevolgd door Freya Saeys (Open VLD). Hij was dus achtereenvolgend 51 jaar en 4 maanden lid.
De socialist Camille Huysmans (1871-1968) deed nog beter. Die werd lid van de Kamer in 1910 en bleef dat tot 1965. In 1960 werd hij gehuldigd voor 50 jaar lidmaatschap van de Kamer. In totaal werd het 55 jaar maar hij wou nog zo graag als eeuweling blijven zetelen zodat hij bij de verkiezingen van 1965 opnieuw kandidaat wilde zijn. Hij werd echter geweerd op de BSP-kandidatenlijst wegens zijn hoge leeftijd. Hij kwam toen op met een “scheurlijst” maar werd niet herkozen. Op 83-jarige leeftijd was hij in 1954 nog voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers geworden tot 1958. Van 1921 tot 1968 was hij ook onafgebroken gemeenteraadslid in Antwerpen. Dat was 47 jaar. Hij stierf op 96 jarige leeftijd in 1968.
De Brugse advocaat Victor Van Hoestenberghe (1868-1960) was gemeenteraadslid van 1908 tot 1956. In totaal 48 jaar. In dat jaar nam hij ontslag als katholiek burgemeester van Brugge, een functie die hij 32 jaar uitoefende.
Een andere Brugse burgemeester werd tot op vandaag de absolute recordhouder van aanwezigheid in de Kamer van Volksvertegenwoordigers: Amedée Visart de Bocarmé (Sint-Kruis Brugge 1835 – Brugge 1924). Die werd voor de Katholieke Partij de eerste maal tot volksvertegenwoordiger verkozen bij een tussentijdse verkiezing op 12 januari 1864 maar bij vervroegde algemene verkiezingen op 11 augustus 1864 werd hij niet opnieuw verkozen. Op 9 januari 1868 werd hij weer opnieuw verkozen en daarna telkens herkozen zodat hij zetelde tot en met 25 november 1923 (1). Dat is bijna 56 jaar en zonder tijdelijk electoraal verlies had hij de kaap van 60 jaar kunnen bereiken. Hij zetelde dus niet onafgebroken maar is wel recordhouder. Van 1876 tot 1924 was hij burgemeester van Brugge voor de Katholieke Partij. Sinds 1929 bestaat in Brugge een openbaar park onder de naam “Graaf Visartpark”. Hij wordt algemeen beschouwd als de grootste Brugse burgemeester tot nu toe.
Voordelen en nadelen
Het verloop bij het zetelen in het parlement werd internationaal onderzocht en varieert van 20 % tot 40 %. Over de onderzochte periode 1945-2014 bedraagt het gemiddelde ledenverloop in de Belgische Kamer 33,5 % (2). Een paar legislaturen kunnen zetelen is alleszins voordelig voor de continuïteit van goed bestuur. Zo blijft er voldoende expertise aanwezig om later de fakkel te kunnen doorgeven; de vernieuwing van het politiek personeel. Een persoonlijk record van 50 jaar najagen is dan weer eerder ongezond: het vastklampen aan de macht alsof het een sporttak betreft. Met als hobby het verzamelen van A-en P-platen zoals wielrenners dat doen met gele en groene truien. Steeds dezelfde politici in de Kamer kan tot verstarring leiden omdat men dreigt voeling te verliezen met de veranderde maatschappij. Hoewel voor het drukken op een stemknop, in overeenstemming met de fractiediscipline, geen grote digitale kennis vereist is ! Een partij mag bij verkiezingen zoveel verliezen als ze wilt; de particratie blijft. De macht zit bij de partijvoorzitters.
A. Visart de Bocarmé speelde tijdens zijn lange periode in de Kamer geen hoofdrol en hij kwam zelden tussen in de publieke debatten. Zijn hoofdbezigheid was het burgemeesterschap. Hij cumuleerde en verschilt in deze niets van huidige burgemeesters die massaal in het Vlaams Parlement zetelen. Die denken allemaal dat dit moet om meer voor hun gemeente te kunnen doen. De SP.A. die, als enige partij, niet op die lijn zit heeft daardoor al heel wat lieden ongelukkig gemaakt. Het Vlaams Parlement wordt dan ook wel eens “een veredelde gemeenteraad” genoemd.
Camille Huysmans bleef zich vastklampen aan de macht en hij was niet de enige die ook na 1945 nog probeerde terug te vallen op vooroorlogse recepten. Hij bleef wel zeer populair (bij zijn 80ste verjaardag een stoet van 100.000 mensen) maar op sommige vlakken was hij niet mee geëvolueerd met zijn tijd. Hij vond bijvoorbeeld dat de Vlaamse Beweging te radicaal geworden was en vroeg respect voor de taalminderheden terwijl de nieuwe generatie Vlaamsgezinden opteerde voor de volledige eentaligheid van Vlaanderen. In 1963 verzette hij zich om die reden tegen het vastleggen van de taalgrens. En toen kwam in 1968 de mei ’68 beweging met “Leuven Vlaams” dat reeds in 1967 het voorwerp uitmaakte van een grote betoging. De regering-Vanden Boeynants viel reeds op 7 februari 1968 over deze kwestie en na vervroegde verkiezingen was de splitsing van de universiteit een feit. De Franstalige UCL-faculteiten werden overgeheveld naar Wallonië. Camille Huysmans overleed op 25 februari 1968.
In 1972 zal zelfs de christendemocratische partij splitsen in een Vlaamse en Franstalige afdeling. Fossielen kunnen zich nooit hernieuwen maar oude krokodillen dienen zich wel permanent bij te scholen indien ze een rol van betekenis willen blijven spelen. Men kan ook kiezen voor de rotatie van de macht.
Willy Dezutter
1 https://nl.wikipedia.org/wiki/Amedée-Visart-de-Bocarmé(Met dank aan Andries Vanden Abeele, Brugge).
2 A. Gouglas, B. Maddens en M. Brans, Het ledenverloop in de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers (1945-2014). Een analyse vanuit vergelijkend perspectief. Vives Briefing 2019/4 online raadpleegbaar.