Deze telg uit een bekende adellijke familie was ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830) een tijdlang kapitein van het Corps der Maréchaussée met standplaats Brugge.
Hij werd geboren op 22 juni 1789 in Leuven. Zijn ouders waren baron Joseph de Herckenrode (1756-1801) en jonkvrouw Jeanne d’Udekem (1762-1821). Auguste was de derde van zeven kinderen. Hij doorliep een militaire carrière die in 1808 begon bij de dragonders van Napoleon. Hij nam in 1809 deel aan de campagne in Oostenrijk en werd op 7 september 1812 gewond bij de Slag aan de Borodino (Rusland). Toen Napoleon definitief verslagen werd bij Waterloo in 1815 bood hij zich aan bij het Nederlandse leger waar hij terecht kwam bij het onderdeel van de Koninklijke Maréchaussée. Dit korps werd op 26 oktober 1814 door koning Willem I opgericht ter vervanging van de Franse gendarmerie. Hij deed dienst in Huy (Hoei) en Luik.
Op 26.3.1817 huwde hij in Gent met Pauline de Berlaere de Trivières. Hun enige zoon Jacques, de later bekende genealoog en heraldicus, werd geboren in Huy op 15 maart 1818. In mei 1818 werd Auguste bevorderd tot kapitein en was gekazerneerd in Luik. In 1822 werd hij kapitein van de Koninklijke Maréchaussée (ook Marechaussee geschreven) in West-Vlaanderen. De compagnie gendarmen in Brugge behoorde tot de tweede afdeling van het korps met als hoofdplaats Gent. De “Luitenance” van Brugge telde 21 gendarmen waarvan 8 te paard. Als kersvers kapitein in Brugge begon hij met zijn inburgering door datzelfde jaar lid te worden van de Brugse kruisbooggilde van Sint-Joris. Daar ontmoette hij wellicht Charles Doudan, lid sinds 1820. In 1822 werd hij eveneens lid van de Koninklijke Maatschappij van Vaderlandsche Taal-en Letterkunde, opgericht in Brugge in 1819 en dat van duidelijk “Hollandse” strekking was. Daar ontmoette hij een groot aantal bestuursleden en gewone leden die ook lid waren van de Brugse vrijmetselaarsloge “La Réunion des Amis du Nord” (gesticht in 1803). Die wezen hem waarschijnlijk terug de weg naar de tempel.
Op 1 januari 1824 werd hij geaffilieerd bij La Réunion des Amis du Nord. Zijn entreegeld bedroeg 12,70 frank, een zelfde som dat normaal voor een semester lidgeld werd aangerekend. Hij was dus al vrijmetselaar en bezat de graad van rozenkruiser. Voor hetzelfde jaar 1824 betaalde hij ook nog voor twee semesters lidgeld, idem voor 1825 en het eerste semester van 1826. De penningmeester Charles Doudan (1773-1861) noteerde hem in het kasboek als “Baron Vanherkenrode”. In 1826 gaf Baron de Herckenrode ontslag in zijn loge en Charles Doudan vermeldde: “Ce frère a donné sa démission”. Dat had niets met een vertrek uit Brugge te maken, iets dat wel gold voor militairen wiens regiment of divisie verplaatst werd, maar wellicht alles met de omgeslagen sfeer binnen de loge die evolueerde van regeringsgezind naar een streven om België onafhankelijk te maken van Nederland. Het was Constantin Rodenbach (1791-1846), later Belgisch volksvertegenwoordiger, die daarin het voortouw nam en om alles beter te kunnen voorbereiden begin 1827 ontslag nam bij La Réunion des Amis du Nord waar hij in 1821-1823 nog Voorzittend Meester was. Na 1830 leidde La Réunion des Amis du Nord een zeer moeizaam bestaan en hield op 1 maart 1832 op te bestaan.
A. de Herckenrode, die daartoe een eed had afgelegd, bleef trouw aan koning Willem I en bleef in Brugge kapitein van de Marechaussee tot in 1831. In het onafhankelijk België werd de Marechaussee omgevormd tot “Gendarmerie Nationale” en A. de Herckenrode werd in Brugge door het Voorlopig Bewind (de tijdelijke regering vanaf 28 sept. 1830) nog één jaar gehandhaafd nu als kapitein van de Nationale Gendarmerie in Brugge. Daar werd hij in 1832 opgevolgd door majoor G.N. Leboutte. A. de Herckenrode werd kapitein-commandant van de Nationale Gendarmerie in Limburg met standplaats Hasselt. Een overstap van officieren binnen het leger bij regimewisseling van Frans, naar Nederlands en dan Belgisch was toen nog heel normaal. Om gezondheidsredenen werd hij in augustus 1836 op non-actief geplaatst. Op 25 januari 1837 overleed hij in Luik (maar was gedomicilieerd in Mons). Ook Charles Doudan overleefde de regimewissel succesvol. Die werd in het nieuwe België in 1831 gemeenteraadslid van Brugge en in 1832 schepen.
Tot slot nog iets over het wedervaren van zijn zoon Jacques de Herckenrode. Die werd geboren op 15 maart 1818 in Huy en bracht wellicht zijn prille jeugdjaren (van 1822 tot 1831) door in Brugge. Deze Jacques (ook Léon genoemd) zal later belangrijke werken publiceren over genealogie en heraldiek. In 1841 was hij gehuwd met zijn volle nicht Thérèse Marie Désirée de Herckenrode (1811-1848). Zij was zeven jaar ouder en het enig kind van Théodore de Herckenrode, de oudere broer van zijn vader Auguste. Het neef-nichthuwelijk kwam in adellijke kringen betrekkelijk veel voor. In principe was dit door de katholieke kerk verboden maar de bisschop kon dispensatie verlenen. En als het niet vlot, lukte was er nog een hogere instantie: de paus! Dergelijke allianties dienden de versnippering van het familiebezit tegen te gaan. Het echtpaar kreeg drie kinderen maar zijn vrouw stierf al op 2 maart 1848 in Sint-Truiden op de leeftijd van 36 jaar. In 1851 was Jacques de Herckenrode kandidaat om stadsarchivaris van Brugge te worden maar het stadsbestuur gaf geheel onverwacht op 1 maart 1852 de voorkeur aan de handelsbediende Pieter Bossaert (1796-1868) die later werd opgevolgd door de meer bekende Louis Gilliodts-Van Severen.
Zijn voorliefde voor Brugge laat zich wellicht niet terugvoeren naar zijn kindertijd maar wel naar de datum van 28 december 1850 toen hij om vier uur in de namiddag op het Brugse stadhuis zijn jawoord gaf aan Désirée Louise De Craene, geboren te Brugge op 25 juni 1822. De bruid was 28 jaar en de oudste dochter van Boniface De Craene en Cathérine Maes, beiden woonachtig in Brugge. De bruidegom was “homme de lettres”, 32 jaar en een weduwnaar die bij zijn 55-jarige moeder woonde in Gent maar rechtens in Sint-Truiden. Het echtpaar zou drie kinderen krijgen. Er hangt hier nog wel een apart verhaal aan vast want volgens de huwelijksakte (Stadsarchief Brugge, Akten burgerlijke stand, huwelijken 1850 no. 386) konden de vader en de moeder van de bruid de akte niet ondertekenen wegens ongeletterdheid. Dat paste waarschijnlijk niet in het plaatje. Dat kunnen we afleiden uit het feit dat de moeder van de bruidegom Pauline de Berlaere de Trivières ( 1796-1861) niet op de huwelijksvoltrekking aanwezig was maar wel haar toestemming gaf per notariële akte. Baron Jacques de Herckenrode overleed in Gent op 22 oktober 1880.
Willy Dezutter