Tag Archives: neef-nichthuwelijk

Een Brugs huwelijk, baron Victor de Crombrugghe in de Sankta Eugenia (Stockholm, 1839)

Op 15 juni 1839 werd in de Sankta Eugeniakerk van Stockholm (Zweden) het kerkelijk huwelijk voltrokken tussen baron Victor de Crombrugghe de Looringhe (Brugge 11.3.1813 – Ichtegem 30.1.1849) en Herminie de Crombrugghe de Beaupré (Brugge 9.4.1813 – Brugge, 30.9.1867), dochter van Jacques de Crombrugghe (Brugge 1788 – Brugge 1852) en Anne Custis de Calvoorde (Brugge 1792 – Brugge 1855).

De bruidegom was haar volle neef. Dat werd in de familie eerder regel dan uitzondering. Haar schoonvader was baron Pie (van Pius) de Crombrugghe de Looringhe (Brugge 5.8.1782 -Ichtegem 25.12.1869) die gehuwd was met Jeanne van Ockerhout de ter Zaele (Brugge 1785 – Stockholm 1839). In het gezin De Crombrugghe-Custis waren er drie dochters en twee zonen. De oudste dochter Elisa (1812-1881) huwde in 1840 in Brugge met haar volle neef baron Emile-Victor de Crombrugghe (1809-1892), Herminie was in 1839 in Stockholm gehuwd met een volle neef en de jongste dochter Ida (1818-1891) huwde  op 2 augustus 1841 in Brugge met haar volle neef Auguste de Crombrugghe (1809-1859). Een neef-nichthuwelijk kwam in die tijd in adellijke kringen veelvuldig voor. We wezen daar reeds eerder op . (zie: De Herckenrode, Brugs Ommeland., 2019, 3, p. 195-197 en op deze blog).

Baron Pius (Pie), Felix, Joseph de Crombrugghe, de vader van bruidegom Victor, begon zijn diplomatieke carrière tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden op 12.1.1816 als referendaris (secretaris) van het kabinet van koning Willem I ( 1772-1843) maar werd op 8.2.1816 al benoemd tot buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister in Denemarken. Kort daarna, op 19 april 1816 werd hij geaccrediteerd als gevolmachtigd minister in Stockholm (Zweden) waar hij op post bleef als hoofd van de delegatie tot 1 april 1841. Op 22 mei 1841 werd hij opgenomen als Commandeur-Grootkruis in de Orde van de Poolster. De toegewijde orangist werd dus ook bedankt door Karl XIV (Jean-Baptiste Bernadotte), Koning van Zweden. Hij bleef dus in Nederlandse dienst na de onafhankelijkheid van België (1830) en was nog kortstondig in diplomatieke dienst van Koning Willem II. Willem I overleed weliswaar in 1843 maar abdiceerde in 1840. Hiermee zijn de omstandigheden geschetst en de aanwezigheid in Stockholm verklaard.

In 1842, hij was toen zestig jaar, kocht hij het domein “Rosendahl” (oppervlakte 7 hectare) in Ichtegem (West-Vlaanderen). Deze naam was geïnspireerd op “Rosendahls Slott”, de zomerresidentie van de Zweedse koning. In 1847 kwam hij in dienst van Koning Willem II die hem op 19.12.1847 opnam in de Luxemburgse adel met de titel van baron overdraagbaar op alle afstammelingen. Koning Willem I had Pie al geadeld op 21.7.1816 als baron maar die titel was toen alleen overdraagbaar bij eerstgeboorte. Hij heette sindsdien De Crombrugghe de Looringhe. De adelgunst in 1847 was een mooie noodgreep en beloning voor iemand die in 1830 de Nederlandse nationaliteit verwierf en nooit Belgische baron kon worden. Wellicht hield dit ook verband met het feit dat Nederland in 1848 de adelstand staatsrechtelijk zou afschaffen. Luxemburg was in personele unie verbonden met Nederland tot aan het overlijden van Koning Willem III in 1890. Hij overleed in zijn kasteel in Ichtegem op 25 december 1869.

Sankte Eugenia en Joséphine de Beauharnais

Victor en Herminie trouwden op 15 juni 1839 in de Sankta Eugeniakerk van Stockholm. Die kerk werd pas gebouwd in 1837 en was de eerste katholieke parochiekerk sinds de Reformatie in Zweden. Tot 1781 bleef de katholieke kerk in Zweden strikt verboden maar kreeg in 1783 voor het eerst een apostolisch vicariaat. De Rijksdag brak in 1527 de contacten met Rome af; het episcopaat ging over naar het lutheranisme. Door de Uppsala Synode van 1593 werd het lutheranisme de enige toegestane godsdienst. De Tolerantie Act uit 1781 voorzag weliswaar vrijheid van godsdienst maar dat gold alleen voor christelijke immigranten. Vanuit pragmatisch oogpunt viel het personeel van de gezantschappen (zeg maar ambassadepersoneel) daar automatisch onder. Zo ook de katholieke familie De Crombrugghe. Pas bij edict van 1860 werd dit ook van kracht voor alle Zweden.

Een belangrijke rol in de emancipatie van de katholieken speelde Joséphine van Leuchtenberg of Joséphine de Beauharnais (Milaan 1807 – Stockholm 1876), koningin van Zweden en Noorwegen van 1844 tot 1859. Zij was de oudste dochter van de Franse generaal Eugène de Beauharnais, hertog van Leuchtenberg. Joséphine zal in 1823 huwen met Oscar (Parijs 1799 -Stockholm 1859) de kroonprins van Zweden, die als Oscar I in 1844 op de troon zal komen. Hij was de tweede koning uit het huis Bernadotte. Joséphine was vroom katholiek en stelde de achterstelling vast van het katholicisme in Zweden en Noorwegen (Noorwegen kwam in 1814 in Zweedse handen en werd pas in 1905 een onafhankelijke staat).

Door haar inspanningen werd op 16 september 1837 de Sankta Eugeniakerk gesticht als eerste katholieke kerk in Scandinavië sinds de Reformatie. Officieel werd de kerk genoemd naar de Heilige Eugenia (700-735), abdis van het klooster Mont Sainte-Odile in de Elzas. De Zweden hielden de Elzas bezet van 1632-1634 tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). Maar het was voor iedereen duidelijk dat het eerder een eerbetoon was aan Joséphine Maximilienne Eugénie Napoléone de Beauharnais (bij aankomst in Stockholm werd zij wel verplicht om de naam Napoléone te schrappen !). Zij beschouwde het zelf als een eerbetoon aan haar vader Eugène de Beauharnais (1781-1824) en aan haar dochter Eugénie (1830-1889). Joséphine zal in 1856 ook de St. Olavkerk, de eerste katholieke kerk van Noorwegen sinds de Reformatie, helpen oprichten in Christiana. Het apostolisch vicariaat dat in 1783 werd opgericht werd pas in 1953 bisdom Stockholm, dat het gehele grondgebied van Zweden beslaat. Er zijn in Zweden minder dan 2% katholieken. Dit bisdom valt onder het rechtstreeks gezag van de Heilige Stoel. Wegens modernisering van de binnenstad van Stockholm werd in 1968 de oude Sankta Eugenia afgebroken. In de plaats kwam in 1982 een nieuwe kerk met dezelfde naam naast de voormalige Koninklijke Tuinen naar ontwerp van de Deense architect Jörgen Kjaergaard.

De familie De Crombrugghe deelde in Stockholm lief en leed. Het huwelijk van Victor en Herminie vond plaats op 15 juni 1839 maar enkele maanden later op 13 augustus 1839 zal zijn moeder Jeanne van Ockerhout de ter Zaele in Stockholm overlijden in de leeftijd van 54 jaar. Op 12 maart 1841 werd Georges-Jules, de eerste zoon van Victor en Herminie geboren in Stockholm. Deze zal later op 21.7. 1922 overlijden in Brugge waar hij van 1876-1899 schepen was en katholiek senator van 1882-1900. Hij bezat de Luxemburgse nationaliteit. In 1868 liet hij zijn barontitel bevestigen en werd in de Belgische adel opgenomen nadat hij zich had genaturaliseerd tot Belg. Hun tweede zoon Oscar werd niet meer in Stockholm geboren maar in Brussel op 27.4.1842. Weduwnaar Pie de Crombrugghe verloor zijn vrouw in 1839 en zijn zoon Victor in 1849. Die werd slechts 35 jaar oud en overleed in “Rosendahl” in Ichtegem. Geschiedenis is ook het omgaan met het verdriet van een ander.

Willy Dezutter

Baron Auguste Jean Baptiste de Herckenrode (1789-1837)

Deze telg uit een bekende adellijke familie was ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830) een tijdlang kapitein van het Corps der Maréchaussée met standplaats Brugge.

Hij werd geboren op 22 juni 1789 in Leuven.  Zijn ouders waren baron Joseph de Herckenrode (1756-1801) en jonkvrouw Jeanne d’Udekem (1762-1821).  Auguste was de derde van zeven kinderen. Hij doorliep een militaire carrière die in 1808 begon bij de dragonders van Napoleon.  Hij nam in 1809 deel aan de campagne in Oostenrijk en werd op 7 september 1812 gewond bij de Slag aan de Borodino (Rusland).  Toen Napoleon definitief verslagen werd bij Waterloo in 1815 bood hij zich aan bij het Nederlandse leger waar hij terecht kwam bij het onderdeel van de Koninklijke Maréchaussée.  Dit korps werd op 26 oktober 1814 door koning Willem I opgericht ter vervanging van de Franse gendarmerie.  Hij deed dienst in Huy (Hoei) en Luik.

Op 26.3.1817 huwde hij in Gent met Pauline de Berlaere de Trivières.  Hun enige zoon Jacques, de later bekende genealoog en heraldicus, werd geboren in Huy op 15 maart 1818.  In mei 1818 werd Auguste bevorderd tot kapitein en was gekazerneerd in Luik.  In 1822 werd hij kapitein van de Koninklijke Maréchaussée (ook Marechaussee geschreven) in West-Vlaanderen.  De compagnie gendarmen in Brugge behoorde tot de tweede afdeling van het korps met als hoofdplaats Gent.  De “Luitenance” van Brugge telde 21 gendarmen waarvan 8 te paard.  Als kersvers kapitein in Brugge begon hij met zijn inburgering door datzelfde jaar lid te worden van de Brugse kruisbooggilde van Sint-Joris.  Daar ontmoette hij wellicht Charles Doudan, lid sinds 1820.  In 1822 werd hij eveneens lid van de Koninklijke Maatschappij van Vaderlandsche Taal-en Letterkunde, opgericht in Brugge in 1819 en dat van duidelijk “Hollandse” strekking was.  Daar ontmoette hij een groot aantal bestuursleden en gewone leden die ook lid waren van de Brugse vrijmetselaarsloge “La Réunion des Amis du Nord” (gesticht in 1803).  Die wezen hem waarschijnlijk terug de weg naar de tempel.

Op 1 januari 1824 werd hij geaffilieerd bij La Réunion des Amis du Nord.  Zijn entreegeld bedroeg 12,70 frank, een zelfde som dat normaal voor een semester lidgeld werd aangerekend.  Hij was dus al vrijmetselaar en bezat de graad van rozenkruiser.  Voor hetzelfde jaar 1824 betaalde hij ook nog voor twee semesters lidgeld, idem voor 1825 en het eerste semester van 1826.  De penningmeester Charles Doudan (1773-1861) noteerde hem in het kasboek als “Baron Vanherkenrode”. In 1826 gaf Baron de Herckenrode ontslag in zijn loge en Charles Doudan vermeldde: “Ce frère a donné sa démission”.  Dat had niets met een vertrek uit Brugge te maken, iets dat wel gold voor militairen wiens regiment of divisie verplaatst werd, maar wellicht alles met de omgeslagen sfeer binnen de loge die evolueerde van regeringsgezind naar een streven om België onafhankelijk te maken van Nederland.  Het was Constantin Rodenbach (1791-1846), later Belgisch volksvertegenwoordiger, die daarin het voortouw nam en om alles beter te kunnen voorbereiden begin 1827 ontslag nam bij La Réunion des Amis du Nord waar hij in 1821-1823 nog Voorzittend Meester was.  Na 1830 leidde La Réunion des Amis du Nord een zeer moeizaam bestaan en hield op 1 maart 1832 op te bestaan.

A. de Herckenrode, die daartoe een eed had afgelegd, bleef trouw aan koning Willem I en bleef in Brugge kapitein van de Marechaussee tot in 1831.  In het onafhankelijk België werd de Marechaussee omgevormd tot “Gendarmerie Nationale” en A. de Herckenrode werd in Brugge door het Voorlopig Bewind (de tijdelijke regering vanaf 28 sept. 1830) nog één jaar gehandhaafd nu als kapitein van de Nationale Gendarmerie in Brugge. Daar werd hij in 1832 opgevolgd door majoor G.N. Leboutte.  A. de Herckenrode werd kapitein-commandant van de Nationale Gendarmerie in Limburg met standplaats Hasselt.  Een overstap van officieren binnen het leger bij regimewisseling van Frans, naar Nederlands en dan Belgisch was toen nog heel normaal.  Om gezondheidsredenen werd hij in augustus 1836 op non-actief geplaatst.  Op 25 januari 1837 overleed hij in Luik (maar was gedomicilieerd in Mons).  Ook Charles Doudan overleefde de regimewissel succesvol.  Die werd in het nieuwe België in 1831 gemeenteraadslid van Brugge en in 1832 schepen.

Tot slot nog iets over het wedervaren van zijn zoon Jacques de Herckenrode. Die werd geboren op 15 maart 1818 in Huy en bracht wellicht zijn prille jeugdjaren (van 1822 tot 1831) door in Brugge. Deze Jacques (ook Léon genoemd) zal later belangrijke werken publiceren over genealogie en heraldiek.  In 1841 was hij gehuwd met zijn volle nicht Thérèse Marie Désirée de Herckenrode (1811-1848).  Zij was zeven jaar ouder en het enig kind van Théodore de Herckenrode, de oudere broer van zijn vader Auguste.  Het neef-nichthuwelijk kwam in adellijke kringen betrekkelijk veel voor.  In principe was dit door de katholieke kerk verboden maar de bisschop kon dispensatie verlenen.  En als het niet vlot, lukte was er nog een hogere instantie: de paus!  Dergelijke allianties dienden de versnippering van het familiebezit tegen te gaan.  Het echtpaar kreeg drie kinderen maar zijn vrouw stierf al op 2 maart 1848 in Sint-Truiden op de leeftijd van 36 jaar.  In 1851 was Jacques de Herckenrode kandidaat om stadsarchivaris van Brugge te worden maar het stadsbestuur gaf geheel onverwacht op 1 maart 1852 de voorkeur aan de handelsbediende Pieter Bossaert (1796-1868) die later werd opgevolgd door de meer bekende Louis Gilliodts-Van Severen.

Zijn voorliefde voor Brugge laat zich wellicht niet terugvoeren naar zijn kindertijd maar wel naar de datum van 28 december 1850 toen hij om vier uur in de namiddag op het Brugse stadhuis zijn jawoord gaf aan Désirée Louise De Craene, geboren te Brugge op 25 juni 1822.  De bruid was 28 jaar en de oudste dochter van Boniface De Craene en Cathérine Maes, beiden woonachtig in Brugge. De bruidegom was “homme de lettres”, 32 jaar en een weduwnaar die bij zijn 55-jarige moeder woonde in Gent maar rechtens in Sint-Truiden.  Het echtpaar zou drie kinderen krijgen.  Er hangt hier nog wel een apart verhaal aan vast want volgens de huwelijksakte (Stadsarchief Brugge, Akten burgerlijke stand, huwelijken 1850 no. 386) konden de vader en de moeder van de bruid de akte niet ondertekenen wegens ongeletterdheid.  Dat paste waarschijnlijk niet in het plaatje.  Dat kunnen we afleiden uit het feit dat de moeder van de bruidegom Pauline de Berlaere de Trivières ( 1796-1861) niet op de huwelijksvoltrekking aanwezig was maar wel haar toestemming gaf per notariële akte.  Baron Jacques de Herckenrode overleed in Gent op 22 oktober 1880.

Willy Dezutter