De affiche van de Brugse “Chat Noir” (1896)

In 1881 stichtte Rodolphe Salis (1851-1897) op het nr. 84 van de Boulevard Rochechouart, aan de voet van de Butte Montmartre, in Parijs het cabaret “Chat Noir”. Dit artistiek en literair café werd wereldberoemd (1).

In juni 1885 verhuisde Salis, met een opgemerkte optocht door de straten van Parijs, naar het adres Rue Laval 12. Het was daar dat Aristide Bruant (1851-1925) in 1885 zijn beroemde ballade “Autour du Chat Noir” lanceerde.

Geïnspireerd op het Parijse voorbeeld stichtte men in Brugge eveneens een “Chat Noir” weliswaar met een meer literair karakter. Maar het bier van lid en brouwer Jules D’Hoedt (1843-1904) was volgens de bewaard gebleven notulen “délicieuse et hygiënique”.

Op 14 oktober 1894 kwam men voor het eerst samen in het zaaltje van het café “Lion Belge” in de Langestraat nr. 137 recht tegenover de kazerne van het 3de Regiment Lanciers. Dit was de officiële oprichtingsvergadering. De stichter-voorzitter was de kunsthandelaar Camille Verhaeghe (1847-1908) (bekend door het huis met de houten gevel aan de “Botanieken Hof”), de militair Alfred Algrain (1850-1918), commandant van de Genie en in 1892 de eerste voorzitter van de Cercle photographique de Bruges (2) en verder zijn kaartersmaat in café Vlissinghe (3), de kantoorbediende (“commis”) bij de Genie Auguste Bricusse (geb. te Tintigny, prov. Luxemburg op 21 juli 1845). En tot slot de bekende Brugse kunstschilder Flori Van Acker (1858-1940) die meteen een zwarte kat in houtskool tekende op de schouw van de Lion Belge.

Dit viertal ging over tot het rekruteren van nieuwe leden en vanaf januari 1895 beschikte men over een voldoende aantal om de vereniging structuur te geven (4).

Vanaf de start was men op zoek naar een “Sire” (een Rodolphe Salis) en ze vonden die in de persoon van de edelman en vrijgezel Alphonse van Hamme de Stampaertshoucke (1852-1903). Hij werd “le Roi du Chat Noir”. Hij trad zelf op als peter van de edelman Aquilin Arents de Beertegem (1849-1923) die kan beschouwd worden als de mecenas van deze Kring. Reeds op 20 juni 1895 schonken beide edellieden een prachtige vergadertafel met in het midden een gesculpteerde zwarte kat en de familiewapens van beide schenkers (5).

De spil van het genootschap werd atheneumleraar Pierre Huybrechts (1861-1928), de secretaris (6) die de notulen opstelde en ze rijk illustreerde. De “Chat Noir” werd dank zij hem een bloeiende “cercle artistique” met tal van activiteiten: het inrichten van literaire voordrachten, het organiseren van concerten en kunsttentoonstellingen en daarnaast hield men het ook op de ontspanning door het beoefenen van het kaartspel en het organiseren van wedstrijden op de teerlingbak. Ze bezaten ook een leeskabinet en een spaarkas. In 1898 telde men 43 leden. Vanaf 1901 verminderden de activiteiten die tenslotte uitdoofden nog voor de Eerste Wereldoorlog (7).

Van de Brugse “Chat Noir” zijn een aantal relicten bewaard gebleven zoals de originele sprekerston en de affiche van Théophile Steinlen die men kan terugvinden in de herberg “In de Zwarte Kat”, de museumherberg van het Volkskundemuseum op de hoek van de Rolweg en Balstraat (ingang museum en herberg via Balstraat 43). Deze museumherberg werd geopend op 27 augustus 1982 (8). De introductie van de levende mascotte, de zwarte kat Aristide, gebeurde door conservator Willy Dezutter op 8 juni 1984. Op 29 juni 1973 werd het museum officieel geopend. Dit vijftigjarig bestaan werd gevierd op 25 juni 2023 en bij die gelegenheid werd Aristide V gepresenteerd door Geert Souvereyns, de coördinator van het Volkskundemuseum.

De affiche van de Tournée du Chat Noir van Théophile Steinlen (1896)

De illustrator Théophile Steinlen (9) werd geboren op 10 november 1859 in Lausanne (Zwiterland) en kwam in 1881 naar Parijs waar hij zal overlijden op 14 december 1923. In 1882 leerde hij Rodolphe Salis kennen en sinds 1883 werkte hij mee aan zijn weekblad “Chat Noir”. Hij maakte illustraties voor “Les Contes du Chat Noir” van Salis en in 1898 verscheen zijn map “Dessins sans paroles des Chats”. De grote attractie van de “Chat Noir” waren de voorstellingen van het “théatre d’ombres”. Vanaf 1896 trok Salis met dit schaduwspel van Henri Rivière ook op rondreis. Het is voor deze gelegenheid dat Steinlen de bekende affiche maakte “Tournée du Chat Noir”. Het werd gemaakt volgens de stijlprincipes van de art nouveau. De Brugse Zwarte Katten hebben, in dezelfde stijl en lettertype, de tekst gewijzigd met het opschrift “Hier in de Zwarte Kat is te bekomen droog en nat”.

De affiche van de Brugse “Chat Noir” (1896, met latere aanpassingen). Afm. 140 x 105 cm.

In de Brugse “Chat Noir” werd voor de correspondentie overwegend het Frans gebruikt maar het Nederlands was voor hen geen vreemde taal. Daar is de invloed van het Brugse Willemsfonds (opgericht in 1872) debet aan als verdediger van de taal. Het Brugs exemplaar, voorzien van het monogram van Steinlen en de tekst Imp. Charles Verneau, 114 Rue Oberkampf Paris, is bijgevolg een originele steendruk maar voorzien van een Brugse inbreng. Rodolphe Salis stierf op één van zijn tournees in 1897. Dit betekende meteen het einde van de “Chat Noir” in Parijs. De volledige collectie van zijn “Chat Noir” werd van 16 tot 20 mei 1898 geveild in het veilinghuis Drouot in Parijs.

De aankondiging van de veiling van de “Chat Noir” in Parijs in Hotel Drouot, 16-20 mei 1898. Uit: Journal des Ventes, nr.10, Bruxelles, rue de Putterie 253, van zondag 15 mei 1898. 

Willy Dezutter

https://fr.wikipedia.org/wiki/Le_chat_noir en Mariel Oberthür, Le Cabaret du Chat Noir à Montmartre (1881-1897), Genève, Editions Slatkine, 2007.

2 Andries Van den Abeele, Alfred Algrain en de Brugse kunstfotografie, in: Brugs Ommeland, 62, (2022),1,p.11-45, vooral p.11-16. 

3 Willy Dezutter, Woord Vooraf, in: Eduard Trips, Café Vlissinghe 1515-1985. Een eeuwenoude Brugse herberg, Brugge, 1986, p.5.

4 W.P. Dezutter, De Zwarte Kat. Mythe en werkelijkheid van een Brugse kunstkring (1894-1901), in: Jaarboek 1997-99 van de Stedelijke Musea, Brugge, 2000, p. 214. Samenvatting van de museumvoordracht van 26 en 27 januari 1997.

5 Willy P. Dezutter, De tafel (1895) van de Brugse “Chat Noir”, in: Jaarboek 1991-1992 van de Stedelijke Musea, Brugge, 1993, p.60-62.

6 W.P. Dezutter, Pierre Huybrechts en de Zwarte Katten, in: E. Trips (red.), Mijlpalen uit de geschiedenis van het Koninklijk Atheneum te Brugge, Brugge, 1987,p. 28-29.

https://nl.wikipedia.org/wiki/chat_noir

8 Willy Dezutter, Van Museum van Folklore naar Stedelijk Museum voor Volkskunde. Een Brugse metamorfose met hindernissen: 1936 tot 1973 en 1973-1982, 1989 en 2003, in: Brugs Ommeland, 59 (2019) ,2, p.80.

https://fr.wikipedia.org/wiki/Théophile_Alexandre_Steinlen

U kunt uit dit artikel citeren mits bronvermelding met de volgende referentie: Willy Dezutter, De affiche van de Brugse “Chat Noir” (1896), op willydezutter.be [online] geraadpleegd op … (datum).