Zingeving

Het leven is absurd, we worden geboren om te sterven.  En toch moeten we proberen om ons leven zin te geven.  Indien alles volstrekt zinloos is geworden, blijft enkel nog de zelfmoord over.  Maar het is geen optie: “Il faut imaginer Sisyphe heureux” (Albert Camus).  Dus blijven zweten en zwoegen. En in het allerlaatste stadium, bij ondraaglijk lijden, lijkt het verzoek om euthanasie wel redelijk.  De strijd om het bestaan (op tijd aflossen van je hypotheek) vergt reeds genoeg tijd en aandacht om iedere dag zinvol bezig te blijven.  Velen zoeken zin (of is het troost ?) in religie maar men kan ook genieten van de muziek van Mozart of van seks.  Men kan zich ook verdiepen in het seksleven van de geleedpotigen.  Niet alle intellectuele bezigheden maken een mens gelukkig.  Men kan op vakantie gaan naar Toscane, maar wandelen aan de boorden van de Leie biedt een goedkoper alternatief, hoewel daar ook dure restaurants te vinden zijn.  Veel geld verdienen en macht nastreven komen zowel voor bij gelovigen als niet-gelovigen.  Men kan genetisch verder leven in zijn kinderen en kleinkinderen maar evenzeer perfect gelukkig kinderloos door het leven gaan.  De vergrijzing zorgt zelfs voor achterkleinkinderen en het probleem van de erfenissprong.  Over luxeproblemen gesproken!

In ieder geval is de zingeving iets dat wij ons zelf geven: de illusie ter overleving. Die zingeving komt niet uit het niets maar moeten we zelf opbouwen.  Het is trouwens niet moeilijk om een houvast te vinden zolang men gespaard blijft van ziekte en honger.  Naar een cd (het mag ook een ipod zijn !) van Mozart luisteren in de Syrische vluchtelingenkampen in Turkije of in zijn eigen luie zetel, dat gaat over meer dan een etnisch verschil.  Ieder moet voor zichzelf zijn “romantisch” mensbeeld en wereldbeeld proberen te volgen.  Men hoeft geen darwinist te zijn om een postzegelverzameling aan te leggen; ook gelovigen hebben recht op geluk. De christelijke moraal en de humanistische moraal kunnen op aarde voor dezelfde vluchtweg kiezen.  Nu moeten beide partijen het er nog over eens worden dat er ook moraliteit mogelijk is zonder religie.  We hebben een god niet nodig om goed te handelen.  Streef dan ook geen doelen na die hoger zijn dan jezelf.

Vooraanstaande moraalfilosofen van bij ons zoals Etienne Vermeersch, Patrick Loobuyck, Dirk Verhofstadt en Paul Cliteur (Universiteit Leiden), hebben al voldoende aangetoond dat de moraal niet hoeft gefundeerd te zijn in de “wil van god”.

Het morele gevoel creëert de morele wet en niet het omgekeerde.

In dat rijtje horen natuurlijk ook de buitenlandse geleerden Sam Harris (The end of faith, 2004), Richard Dawkins (The God Delusion, 2006), Daniel Dennett (Braeking the Spell, 2006) en de betreurde Christopher Hitchens (1949-2011) met zijn magistrale boek “God is not great” (2007), ook in Nederlandse vertaling verkrijgbaar (1).

Hebben we religie nodig om goed te zijn ?

De primatoloog prof. Frans de Waal beantwoordt deze vraag door te kijken naar apen en andere dieren.  In het goddeloze universum van de bonobo en de chimpansee bestaan medelijden, zorgzaamheid en rechtvaardigheid.  Dat deze eigenschappen ouder zijn dan de mensheid laat hij zien in zijn nieuwste boek “De bonobo en de tien geboden” (2).

Willy Dezutter

  1. Christopher Hitchens, God is niet groot. Hoe religie alles vergiftigt. Amsterdam, Meulenhoff, 2008, 317 pp.
  2. Frans de Waal, De bonobo en de tiengeboden-Moraal is ouder dan de mens. Atlas Contact, 2013, 256 pp.

Poer en zaed

Het assortiment van de kruidenierswinkel in de 19de eeuw

In het Stedelijk Museum voor Volkskunde van Brugge hangt in de gereconstrueerde kruidenierswinkel een origineel uithangbord met de tekst “Poer en Zaed”.  Het hoorde bij de inboedel van een kruidenierswinkel uit de Langestraat, daterend uit het eind van de 19de eeuw.  Bezoekers en museumgidsen wisten zich geen raad met de betekenis van deze tekst.

Bij “poer” dacht men aan “poeder” (al of niet medicinaal) en bij “zaed” aan tuinzaden.  Men moest ook geen ziekelijke geest zijn om te denken aan zaadcellen/geslachtscellen en in combinatie met poer leverde dat een mooi verhaal op.  Wellicht dacht men te veel aan de volkswijsheid “huwbare dochters en verse vis bewaren niet lang”.  Alleen kon men toen (en nu nog niet) voor kunstmatige inseminatie terecht in de kruidenierswinkel.

Dit uithangbord (intern aangebracht in de winkel en niet aan de buitengevel) verwijst echter naar buskruit en schiethagel.  Hagel in de betekenis van gegoten loden korrels waarmee men schiet.  Men zou het ook jachthagel kunnen noemen.

Jacobus Landwehr (afkomstig uit Pruisen) opende in Eeklo een winkel in jachtbenodigdheden en paraplu’s.  In de Gazette van Eecloo van 12 oktober 1873 noemde hij zich: “de eenige agent voor België van de Vereenigde Rijnsche Poerfabrieken te Keulen met feestpoer, capsullen, cartouchen en schietlood”.  De “Gazette van Eecloo en het District” werd gesticht in 1867.

Het schietlood is de jachthagel en het feestpoer kennen we van het gebruik om naar aanleiding van een huwelijk vreugdesalvo’s te laten weerklinken.

Kanonnetjes

Meestal gebeurde dat met speciale kanonnetjes bij de ouderlijke woning van de bruid op de vooravond van het kerkelijk huwelijk.  Het kan ook dat dit schieten herhaald werd bij het vertrek naar het gemeentehuis of wel bij het vertrek naar de kerk (1).  De beste studie over de (toen actuele) huwelijksgebruiken in Vlaanderen blijft het systematisch onderzoek van Prof. St. Top (KUL) die tussen 1977 en 1988 empirisch onderzoek liet uitvoeren en de gedeeltelijke resultaten samenbracht onder de titel “Aspecten van de hedendaagse huwelijksgebruiken in Vlaanderen” in de onvolprezen catalogus “Verliefd, verloofd, getrouwd“ (2).

Daaruit blijkt dat het schieten in de provincie Antwerpen het best bewaard bleef (58%) gevolgd door Oost-Vlaanderen (29%) en Brabant (27%).  In West-Vlaanderen gebeurt het slechts uitzonderlijk (13%) en in Limburg is het praktisch onbestaande (0,6%).

Het kanon met kruit of poer (“bussen”) heeft om veiligheidsredenen nu meestal plaats gemaakt voor een huwelijkskanon dat confetti afschiet.  Men kan ook een gaskanonnetje huren.  Het is een feestartikel geworden dat verkrijgbaar is in de feestwinkel of besteld kan worden via de webwinkel.  Voor de casus Groot-Izegem bestaat er een aparte beschrijving (3).

Het schieten werd niet als een overtreding beschouwd maar men diende wel voorafgaande toelating te vragen (burenlawaai) aan de politiecommissaris en het mocht enkel op werkdagen tussen 19.00 en 20.00 u.  De schutters werden meestal getrakteerd op bier.  Meer en meer volkskundige gebruiken geraken in onbruik omwille van veiligheidsredenen.

Het in oude melkbussen tot ontploffing brengen van carbidgassen is in onbruik geraakt wegens het gevaar en de geluidsoverlast veroorzaakt door de harde knal.  Het is ook normaal dat gebruiken veranderen en dat geldt net zo goed voor huwelijksgebruiken (4).  Bij vreugdeschoten tijdens een bruiloft in Koeweit werd in augustus van 2012 de bruidegom per ongeluk in de rug geschoten.  De autoriteiten werken nu aan een plan om vreugdeschoten, afgevuurd door een geweer, tijdens bruiloften te verbieden (5).  In veel Arabische landen bestaat het gebruik om een overwinning te vieren door het afvuren van geweersalvo’s.  In Tripoli (Libië) werden zo 60 personen gewond (6).  De veiligheid dicteert de volksgebruiken.  Er kan bij ons geen enkele kerstboomverbranding plaatsvinden zonder strenge veiligheidsvoorwaarden, waaronder de aanwezigheid van een brandweerman.

Verschuiving in assortiment

Tegenwoordig treft men visbereidingen aan bij de slager en voor het aankopen van kaas hoeft men niet meer naar de zuivelwinkel, want zowel de slager als de bakker verkoopt tegenwoordig boter, kaas, eieren en melk.  De melk zit in een plastic fles (PET-flessen) of nog eerder is het een kartonnen verpakking (tetrabrik).  De glazen fles (liefst zonder statiegeld!) is een uitzondering geworden.  Dit wegwerpplastic wordt gescheiden ingezameld en daarna versnipperd om nieuwe te maken, omdat het goedkoper is dan glazen retourflessen schoon te maken.

De buurtwinkel heeft het moeilijk om voort te bestaan en in de supermarkt krijgt men keuzestress.  De ambulante handel (een bakker die brood aan huis bezorgt) viel compleet stil.  Maar ook vroeger vonden dergelijke aanpassingen plaats.  De weg naar de consument liep in de 17de en de 18de eeuw nog via de groothandel en kwam rechtstreeks van de fabrikant.  Denken we maar aan de zoutzieder en zeepzieder, de olieslager, kaarsenmaker, azijnmaker, mosterdmaker, e.d.

Hier vindt u de tekst van een advertentie van een handelaar (dikwijls negociant genoemd) uit Brugge, die publiciteit maakte in “Rond den Heerd” van 1880:

“Jules Vercruysse-De Graeve, Vlamingstraat 54.  Handel in ’t groot en ’t klein van Drogeries, fijne specerien, kruidenierswaren, gestampte en ongestampte olieverven, borstels voor schilders, spongien, zeemvellen.  Artikels om stoffen in alle tinten te verwen volgens nieuwe stelsels.  Wierook die de kerkornamenten niet zwart maakt”.

De leiding van het tijdschrift “Rond den Heerd” (in 1865 gesticht door Guido Gezelle en James Weale) berustte sinds eind 1871 bij Adolf Duclos (1841-1925; “Rond den Heerd” bleef verschijnen tot in 1902).  In dit katholieke gezinsblad, met een R.-K. priester als hoofdredacteur, kon dus gemakkelijk reclame gemaakt worden voor de nieuwste soort wierook !

De luciferproductie verdrong de oude vuurslagen, tondeldozen en zwavelstokjes.  De stearinekaarsen verdrongen de vetkaarsen, enz. (7).  Er vielen soorten weg en er kwamen nieuwe in de plaats.  Daarnaast was er ook een verschuiving naar de apotheek; de meeste geneesmiddelen kwamen daarvoor in aanmerking (8).

Het kruideniersbedrijf zag er in de 19de en eerste kwart van de 20ste eeuw geheel anders uit.  De droge haring stond te koop naast de petroleum.  Op de toonbank stond de koperen weegschaal en de winkelkoffiemolen.  En het meest typisch van al waren de papieren zakken want alles werd nog uitgewogen.

Porseleinkaarten en almanakken 

Een studie van de populaire porseleinkaarten (publiciteitsgrafiek, litho’s met hoogtepunt van de productie tussen 1840-1860) en een analyse van de almanakken zou al die verschuivingen en merkwaardige beroepen en producten aan het licht kunnen brengen.  De porseleinkaarten, als veelkleurige lithografie, richtte zich op de burgerij uit het midden van de 19de eeuw.  In die tijd bestond het ambachtsleven en de industrie nog parallel naast elkaar.  Deze vorm van reclame situeerde zich nog in de sfeer van het aanbieden van diensten en stond nog ver weg van de agressieve merkreclame.  Die ontstond pas omstreeks 1880 met de opkomst van de chromotypografie.  Voor de almanakken denken we vooral aan de “Almanach der Provincie van West-Vlaenderen en Wegwijzer der stad Brugge”.  In 1843 verandert de titel in “Provinciale Wegwijzer van West-Vlaenderen en bijzonderlijk der stad Brugge”.  Het napluizen van het Woordenboek der Nederlandse Taal (het WNT) zal dan weer taalkundige resultaten opleveren (9).  Zowel poer als zaad worden behandeld in het WNT.  Via het lemma poeder zal men dan vlug leren dat het Vlaamse poer gelijk staat aan buskruit en als naam alleen nog gebruikt wordt in de zuidelijke dialecten (vgl. poedermaker = buskruitmaker).

Er is dus werk genoeg aan de (kruideniers)winkel.

Willy Dezutter

  1. Ludo Jacobs, Rituelen voor en na het huwelijk.  In: Verliefd, Verloofd, Getrouwd.  ALSK-Galerij, Brussel, 1988, p. 62-63 en vgl. “het afschieten van bussen” in: Gabriel Celis, De Folklore, Antwerpen, 1925, p. 32 en in het bekende werk van K.C. Peeters, Eigen Aard, Antwerpen (4de uitgave), 1975, p.401.  Ook in Wallonië kende men het afschieten van de “tchamps” of “camps” (donderbussen).  Zie: A.Doppagne e.a., Aspecten van het Volksleven in Europa. Geografische spreiding van gebruiken rond het huwelijk. 1975, 38 pp.  Vooral p. 8. Voor Nederland vonden we geen verwijzingen naar donderbussen.  Zie: J.L. de Jager, Volksgebruiken in Nederland. Een nieuwe kijk op tradities. Utrecht-Antwerpen,1981, p. 64-65.  Ook niet bij K. ter Laan, Van Goor’s Folkloristisch Woordenboek. Den Haag, 1974, p. 158 over huwelijksgebruiken. Donderbussen (meestal zelf gemaakt) worden in Nederland wel gebruikt op oudejaarsavond.  We merken terloops op dat in België de taalgrens geen barrière vormt voor de volksgebruiken.  Voor vuurwerkmakers in West-Vlaanderen, zie: Lucien Van Acker, Vuurwerkmakers in West-Vlaanderen, Biekorf, 112 (2012), p. 255-258.
  2. Stefaan Top, Aspecten van hedendaagse huwelijksgebruiken in Vlaanderen.  In: Verliefd, Verloofd, Getrouwd. a.w. p. 59 -84.  Dit onderzoek werd uitgebreid tot 1994.  Zie: S. Top, Trouwen in Vlaanderen: enkele resultaten van empirisch onderzoek (1977-1994).  Volkskunde. Driemaandelijks tijdschrift voor de studie van het volksleven. 97, (1996), 2, p.110-13.
  3. Christine Desmet, Een vergelijking tussen het wettelijk en het kerkelijk huwelijk in Groot-Izegem anno 1982.  In: ’t Beertje. Volkskundige almanak 1987. Brugge, 1986, p. 49-59, vooral p. 56-57.
  4. Volkscultuur Magazine, jg.1, nr .2, 2006, p.21, over veranderingen in huwelijksfeesten.  Die veranderingen doen zich trouwens voor in alle domeinen.  Zie bijv. René Haeseryn, Nieuwe tendensen in de Vlaamse gebruiken omtrent geboorte en doop.  In: Liber Amicorum Jozef Van Haver.  Brussel, 1991, p. 185-197.  Om de tien jaar zou zo’n onderzoek moeten bijgesteld worden.  Op het vlak van elektronica is de omloopsnelheid dikwijls minder dan een jaar.  Kleinkinderen spelen nu videogames op de derde generatie iPad (tabletcomputer).  Ze spelen in ieder geval niet meer met de draaitol ! 
  5. Le Figaro van 22.8.2012. 
  6. You Tube, 23.10.2011. 
  7. F.L. van Muiswinkel en J.C. Berk, Het kruideniersbedrijf.  Een studie over het kruideniersbedrijf in Nederland.  Amsterdam,1951, p. 78.  Vooral C.D. Jongman, Het kruideniersbedrijf na ca. 1800, in: Van Muiswinkel en Berk, a.w. p. 76-116 met ook aandacht voor de gescheiden ontwikkeling tussen stad en platteland (levensmiddelenvoorziening door opbrengst van eigen grond).
  8. Guy Gilias, Het Winckelbouck van het Sint-Janshospitaal ontcijferd.  In: Musea Brugge. Museumbulletin, 32, 2012, 3, p. 4-8.  Het betreft het Sint-Janshospitaal in Brugge.  Dit receptenboek loopt over de periode 1751-1823.
  9. D.Geirnaert, Honderd Biekorfjaargangen en het WNT.  Biekorf, jg.100 (2000), p.316-334.

Zeven schilderijen van Jan Garemijn

Op 19 augustus 1901 schreef Séraphin De Rijcker vanuit Antwerpen (Van Schoonebekestraat 41) een brief naar het Brugse stadsbestuur (S.A.B. Modern Archief. Beaux Arts nr. XIII b/142).  In deze brief liet hij het College van Burgemeester en Schepenen weten dat hij en zijn zusters (die in Brugge aan de Speelmansrei woonden) zeven schilderijen van Jan Garemijn te koop stelden.  Séraphin De Rijcker was de zoon van Léon-Jean De Rijcker (Blankenberge 25 juni 1819 – Brugge 5 februari 1878) en van Louise Landrien (Duinkerke 1 januari 1827 – Brussel 27 november 1893), die in Brugge in het huis “In de Naelde” in de Zuidzandstraat 39 een handelszaak openhielden.  Séraphin werd er geboren op 27 september 1855.  Het gezin telde drie zonen, Jules, Séraphin en Gustave, en drie dochters Eugénie, Jeanne en Louise.  Zoals zijn broers Jules en Gustave bezocht Séraphin het Koninklijk Atheneum van zijn geboortestad.

Maar in 1901 vinden we hem terug als zakenman in Antwerpen.  In zijn brief vraagt hij of de Stad Brugge interesse heeft in de aankoop van de schilderijen.  “Ils sont en bon état et ornent une chambre de la maison no. 39, rue du Sablon « In de Naelde » à Bruges.  Cette maison a été acquise par Mr. Em. Kiere-Schotte; toutefois les tableaux nous restent et nous voudrions les vendre… “.  Van het stadsbestuur kreeg hij een negatief antwoord, “dat de stad in deze aankoop niet geïnteresseerd was, gezien de geringe kunstwaarde van deze salonschilderingen”.  Dit antwoord van het stadsbestuur is niet zo verwonderlijk want in 1901 bestond er niet de minste belangstelling voor het werk van de Brugse kunstschilder Jan-Antoon Garemijn en voor de salonkunst van de 18de eeuw.  Die belangstelling zal maar pas op gang gebracht worden door de geslaagde tentoonstelling in de zomer van 1955, met werk van drie Brugse meesters uit de 18de eeuw: Jan Garemijn, Hendrik Pulinx en Pieter Pepers.  Voor deze tentoonstelling schreef toenmalig conservator A. Janssens de Bisthoven een wetenschappelijke en historische catalogus (A. Janssens de Bisthoven, De schilder Jan Garemijn (1712-1799) in: Drie Vlaamse Meesters van de XVIII eeuw, Brugge, 1955, pp. 13-68).  Pas in 1954, bij het aantreden van A. Janssens de Bisthoven (1915-1999), werd het museumwezen in Brugge geprofessionaliseerd en velen zullen verbaasd opkijken wanneer ik er aan herinner dat de Dienst Stedelijke Musea pas in 1972 werd opgericht.  In 1995 noemde de kunsthistoricus Dominiek Dendooven kunstschilder Jan Garemijn “een eminent kunstenaar, rijk getalenteerd en veelzijdig” (Brugs Ommeland,1995, 2, p. 76).  Van 8.12.1999 tot 16.01.2000 was er een tentoonstelling in de Garemijnzaal (Stadshallen) onder de titel “Jan Antoon Garemijn 1799-1999. Geen dag zonder lijn”.  Daarin werd herdacht dat het tweehonderd jaar geleden was dat de kunstenaar overleed.  De tentoonstelling toonde vooral tekeningen en er werd niet eens een catalogus aangemaakt (Jaarboek Stedelijke Musea, Brugge 1997-1999, p.287).

Willy Dezutter

De eed op de bijbel in de Verenigde Staten

Op 30 april 1789 legde de eerste president van de Verenigde Staten, George Washington, de eed af op de Bijbel met de woorden ” So help me God”.

De andere presidenten volgden zijn voorbeeld. De enige president die geen eed aflegde op de Bijbel was Theodore Roosevelt in 1901.

Het zweren op de Bijbel is in de VS geen verplichting. Artikel 6 van de Amerikaanse  grondwet zegt: “No religious Test shell ever be required as Qualification to any Office or public Trust under the United States”. Officieel is er in de VS sprake van een scheiding tussen Kerk en Staat maar in de praktijk is het christelijk theïsme de nationale religie.
Op het slijk der aarde, de Amerikaanse dollar, staat gedrukt ‘In God we trust” maar op de rand van de Nederlandse 2 euro muntstukken staat er al evenzeer “God zij met ons”. Uiteraard is dat ook in België een wettig betaalmiddel. De Koningin der Nederlanden gelooft  nog in de mythe dat ze regeert bij de “Gratie Gods”.

De Bijbel verbiedt ons zelfs om te zweren (Mt. 5:34) maar het betreft daar het lichtzinnige zweren om de eigen woorden kracht bij te zetten eerder dan een eedformule ten overstaan van de overheid. Een Amerikaans president die de eed op de Bijbel aflegt verschilt niet van een moslimpresident die de eed op de Koran aflegt of een Joods leider die dat op de Thora doet. Bij de officiële publieke eedaflegging op 20 januari 2009 van Barack Obama ten overstaan van de opperrechter van het Amerikaanse Hooggerechtshof verliep de voorlezing van de tekst niet totaal vlekkeloos. De volgende dag op 21 januari 2009 werd het daarom nog eens overgedaan in de “Kaartenkamer” van het Witte Huis en werd er geen Bijbel gebruikt! Het kan dus ook rechtsgeldig zonder. God bless America.

Maar op 21 januari 2013 had Barack Obama, bij de tweede inauguratie, twee Bijbels nodig, de persoonlijke Bijbel van Abraham Lincoln en de reisbijbel van dominee Martin Luther King.

Daar waren goede profane redenen voor. Het is dit jaar 150 jaar geleden dat Abraham Lincoln zijn “ Emancipation Proclamation” ondertekende ter afschaffing van de slavernij en het is vijftig jaar geleden dat Martin Luther King zijn beroemde “I have a dream-toespraak” hield met de eisen van de burgerrechtenbeweging. Niettemin werd Obama toch al ingezworen op zondag 20 januari in het Witte Huis aangezien anders de wettelijke termijn was verstreken voor de ambtsaanvaarding. We zagen hem voor de opperrechter staan terwijl zijn vrouw Michelle de (dunne) familiebijbel vasthield onder het goedkeurend oog van hun twee dochters. Het leek wel een herbevestiging van de huwelijksbelofte! De publieke inauguratie mocht niet op een zondag (de dag des Heren) dus kregen we op maandag de openbare eedaflegging en het defilé. “De dag van God” is voor de islam op vrijdag, op zaterdag voor de joden en op zondag voor de christenen. Discriminatie van de bevolking lijkt dus heel gewoon. De First Lady werd op maandag, nog voor de publieke ambtseed, ook nog eens vergast op een eredienst in een episcopaalse kerk!

Dat is allemaal heel nobel maar door de eed op de Bijbel af te leggen discrimineert de Amerikaanse president voor de tweede keer een aanzienlijk deel van de bevolking van zijn land dat een ander of geen geloof aanhangt. Een mooi ingebonden exemplaar van de “Universele verklaring van de rechten van de mens” zou de Bijbel perfect kunnen vervangen. Het gaat over de basisrechten van de mens en ter handhaving daarvan volstaat een oprechte belofte. En de ceremonie hoeft niet te beginnen en te eindigen met een gebed.

Of hebt u alleen naar het nieuwe kapsel van Michelle gekeken?

Jezus Christus in tegenlicht. Een kritisch onderzoek.

Jezus vogelvrij

Jezus van Nazareth werd door zijn christelijke volgelingen Jezus Christus genoemd.

Hij was een Joodse prediker, van wie in het Nieuwe Testament wordt verteld dat hij omstreeks 30 na het begin van de jaartelling actief zou geweest zijn in het toenmalige Galilea en Judea.  Hij is de centrale figuur in het Christendom en wordt door gelovige Christenen beschouwd als de Zoon van God.

Wanneer men alles gelooft wat er in de Bijbel staat of wanneer men slaafs de uitspraken van het Vaticaan en de protestantse synodes aanvaardt, is er geen enkel probleem. Wanneer men geloofswaarheden laat samenvallen met historische feiten is verder onderzoek overbodig. Als men blind is voor historisch wetenschappelijke feiten kan men de bovennatuurlijke verschijnselen er gemakkelijk op de koop toe bij nemen.

We zien vooral lijden en kwaad in deze wereld. Een oneindig goede en almachtige god kan zoiets toch maar moeilijk dulden in zijn schepping. Daarom rest ons enkel de wetenschappelijke methode als uitgangspunt voor ons onderzoek. In ons essay Jezus Christus in tegenlicht handelen we over de historische Jezus maar gaan ook de moeilijke punten zoals de wonderen en zijn verrijzenis en hemelvaart niet uit de weg.

U kan op deze website de pdf-versie lezen en gratis downloaden.  Wanneer u de “Blijde Boodschap” verder wenst te verkondigen geven we u hierbij graag de toelating om het door te sturen naar vrienden en bekenden.  Of maak ze attent op het bestaan van http://willydezutter.be.  We doen er dus werkelijk alles aan om zoveel mogelijk mensen gelukkig te maken.  Het komt immers op jezelf aan !

Download Jezus Christus in Tegenlicht